Deutschland Quiz

Deutschland Quiz
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Deutschland Quiz

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van boven naar beneden is de Duitse vlag:

A
Zwart – goud - rood
B
Zwart – rood - goud
C
Goud – rood - zwart
D
Rood – zwart - goud

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de hoofdstad van Duitsland?

A
Köln
B
Hamburg
C
Berlin
D
München

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoeveel inwoners heeft Duitsland?

A
Ongeveer 10 miljoen
B
Ongeveer 40 miljoen
C
Ongeveer 80 miljoen
D
Ongeveer 150 miljoen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elk jaar vindt in München een groot feest plaats.
Hoe heet dit feest?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je antwoord op de vraag: Hast du Geschwister?
A
Er hat braune Augen.
B
Mein Bruder ist 14 Jahre alt.
C
Sie hat blonde Haare.
D
Ich habe zwei Brüder.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Woorden tekenen:

Slide 7 - Diapositive

die Nase
der Mund
das Haus
das Bett
die Niederlande
der Schuh
die Bluse
die Schule
die Familie
Met welke munt betaalde men vroeger in Duitsland (voor de euro dus)?
A
Mark
B
Frank
C
Pond
D
Schilling

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem zo veel mogelijk automerken.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je een gsm in het Duits?
A
Das Telefon
B
Das Ding
C
Die Mobil
D
Das Handy

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
Acht
B
Neun
C
Zehn
D
Sieben

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zou een goed antwoord zijn op de vraag:
Was möchtest du später werden?
A
Ich möchte später nach Hause kommen
B
Ich denke Arzt
C
Ich glaube ich werde krank.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de kleur op in het Duits

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de kleur op in het Duits

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de kleur op in het Duits

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Der Tag vor dem Sonntag heißt....?
A
Montag
B
Mittwoch
C
Samstag
D
Freitag

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Vertaal: Guten Appetit!
A
Eet smakelijk!
B
Goeden dag!
C
een goede mop
D
wat apart!

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kartoffelsalat
Flammkuchen
Maultaschen
Apfelstrudel
Lebkuchen
Knödel
Kaiserschmarren
Bratwurst

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Oktoberfest is ………..
A
een soort Koniginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een bekende carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Autobahn
B
Schnellweg
C
Fahrbahn

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit in het Duits

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit in het Duits

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit in het Duits

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

die Konditorei
Metzger/Fleischerei
das Kaufhaus
die Drogerie
die Bäckerei
das Gemüse geschäft
der Supermarkt
das Kleidungs geschäft
die Eisdiele
de drogist
de supermarkt
de banketbakker
de ijssalon
de kledingwinkel
de slager
het warenhuis
de bakkerij
de groentewinkel

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel liter bier drinkt een Duitser gemiddeld per jaar (volgens onderzoek in 2014)? Vul alleen het getal in.

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

.... heißt du?
..... Telefonnummer hast du?
.... bleibst du nicht?
....ist er gekommen?
..... wohnst du?

Wo

Warum

Welche

Wie

Wann

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions