Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Toets thema 5 - Waarneming
Basisstof 1 - Je omgeving waarnemen
Basisstof 2 - Voelen, ruiken, proeven
Basisstof 3 - Horen en zien
Succes!
Slide 1 - Diapositive
In welke huidlaag komen de meeste zintuigen voor?
A
Lederhuid
B
kiemlaag
C
hoornlaag
D
onderhuids bindweefsel
Slide 2 - Quiz
Een zintuig reageert op invloeden vanuit de omgeving. Hoe noemen we zo'n invloed ook wel?
A
Waarnemen
B
Pijnpunt
C
Prikkel
D
Impuls
Slide 3 - Quiz
Een zintuig is een orgaan dat prikkels opvangt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Wat is een prikkel?
Slide 5 - Question ouverte
De kiemlaag beschermt je huid tegen uitdroging.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Waar doorheen gaan impulsen naar de hersenen?
Slide 7 - Question ouverte
Noem de 4 zintuigen waarmee je iets kan voelen (Ze zitten alle 4 in de huid)
Slide 8 - Question ouverte
Annette pakt haar pen op. Zij voelt haar pen, doordat in de tastzintuigen impulsen ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Nieuwe cellen ontstaan in de kiemlaag.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Barbara heeft bruine ogen. Dat komt doordat haar pupillen bruingekleurd zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
C
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
D
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes
Slide 13 - Quiz
Welk deel van het oog zorgt ervoor dat er impulsen naar de hersenen worden gestuurd, zodat je kunt zien?
A
Het hoornvlies
B
De iris
C
Het netvlies
D
Het vaatvlies
Slide 14 - Quiz
In de afbeelding is een doorsnede van een deel van het hoofd schematisch getekend. Bevinden zich in orgaan P koudezintuigen? En pijnpunten?
A
Zowel koudezintuigen als pijnpunten.
B
Alleen koudezintuigen.
C
Alleen pijnpunten.
D
Geen koudezintuigen en geen pijnpunten.
Slide 15 - Quiz
De degenslikker moet leren niet te braken als het metaal zachtjes langs de keel naar de slokdarm en de maag wordt gebracht. Welke zintuigen worden daar geprikkeld?
A
Drukzintuigen
B
Reukzintuigen
C
Smaakzintuigen
D
Tastzintuigen
Slide 16 - Quiz
Vier leerlingen doen een uitspraak over de afbeelding. Martijn zegt dat in die afbeelding een deel van de tong is getekend. Pieter zegt dat in die afbeelding een deel van de huid is getekend. Erik zegt dat P een smaakknopje aangeeft. Natasha zegt dat P een tastknopje aangeeft.
Welke leerlingen hebben gelijk?
A
Pieter en Erik
B
Martijn en Natasha
C
Martijn en Erik
D
Pieter en Natasha
Slide 17 - Quiz
Welk deel van het oog kan zorgt ervoor dat het licht precies valt op de gele vlek?
A
Hoornvlies
B
Lens
C
Wenkbrauwen
D
Wimpers
Slide 18 - Quiz
Zet in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Een impuls gaat naar de hersenen.
Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen.
Het meisje voelt dat het water koud is.
Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen
Slide 19 - Question de remorquage
gehoorgang
trommelvlies
gehoorbeentjes
evenwichtszintuig
slakkenhuis
buis van Eustachius
Slide 20 - Question de remorquage
Hoe heet onderdeel 5?
Slide 21 - Question ouverte
Hoe heet onderdeel 9?
Slide 22 - Question ouverte
Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen
Slide 23 - Question de remorquage
Hoe heet onderdeel 9?
Slide 24 - Question ouverte
Een roofvogel heeft een extra grote gele vlek. Wat is het voordeel daarvan?
Slide 25 - Question ouverte
In de afbeelding is een doorsnede van de huid en van het onderhuidse bindweefsel schematisch getekend. Met welk nummer is een drukzintuig aangegeven?
Slide 26 - Question ouverte
Iemand heeft snel last van vet haar. Welke stof wordt bij deze persoon veel geproduceerd door de hoofdhuid?
Slide 27 - Question ouverte
Koppel het juiste begrip aan het juiste voorbeeld.
Geluid
Elektrisch signaaltje
Gehoorzenuw
Smaakknopje
Oor
Zenuw
Zintuig
Impuls
Prikkel
Zintuigcel
Slide 28 - Question de remorquage
Lieke vertelt aan haar vriendin dat ze haar ogen heeft laten testen en dat ze verziend is. Leg uit wat verziend is.