Het zenuwstelsel: impulsgeleiding en impulsoverdracht

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Met welk deel kan een zenuwcel impulsen opvangen van een vorige zenuwcel?
A
de axon
B
de dendrieten
C
de synapsen
D
de insnoering van Ranvier

Slide 4 - Quiz

Met welk deel kan een zenuwcel impulsen overzetten naar een volgende zenuwcel?
A
de myelineschede
B
de axon
C
de dendrieten
D
de synapsen

Slide 5 - Quiz

Hoe gebeurt de impulsgeleiding?
A
verwerking -> sensorische input -> motorische output
B
sensorische input -> motorische output -> verwerking
C
sensorische input -> verwerking -> motorische output
D
motorische output -> sensorische input -> verwerking

Slide 6 - Quiz

sensorische input
verwerking
motorische output
geleiden impulsen in het CZS + impulsen overzetten naar motorische neuronen 
geleiden impulsen door het PZS en zetten de impulsen over naar de effectoren
geleiden impulsen naar de schakelneuronen 

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Welke 2 processen combineert het zenuwstelsel om impulsen te geleiden tussen de receptoren en effectoren?
A
impulsomzetting + impulsverandering
B
impulsgeleiding + impulsomzetting
C
impulsgeleiding + impulsoverdracht
D
impulsverandering + impulsoverdracht

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Waar ontstaat een impuls?
A
in de conductoren
B
in de tumoren
C
in de effectoren
D
in de receptoren

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Wat is een zenuwimpuls?
A
sprongsgewijs actiepotentiaal doorsturen langs celmembraan
B
korte verandering in elektrische lading tussen de binnen- en buitenkant
C
overdrachtplaats neuron
D
het omzetten van een impuls in een prikkel

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Wat betekent impulsgeleiding?
A
sprongsgewijs actiepotentiaal doorsturen langs celmembraan
B
chemische boodschapperstof
C
chemisch proces met waarbij neurotransmitters een rol spelen
D
overdrachtplaats op een eindknopje

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Welk begrip past bij de volgende woorden? overdrachtplaats - eindknopje - synaptische spleet - dendrieten

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Welk begrip past bij de volgende woorden? chemische boodschapperstof - impulsoverdracht

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Welk begrip past bij de volgende woorden? chemisch proces - synaps - impuls - dendriet - neurotransmitters

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

zenuwimpuls
impulsgeleiding
synaps 
neurotransmitter
neurotransmissie 
sprongsgewijs actiepotentiaal doorsturen langs celmembraan
korte verandering in elektrische lading tussen de binnen- en buitenkant
overdrachtplaats op een eindknopje van een axon
chemische boodschapperstof die voor de impulsoverdracht zorgt
chemisch proces waarbij de synaps een impuls overzet naar de dendrieten van een neuron dmv neurotransmitters

Slide 28 - Question de remorquage