Fictie 4vmbo basis

Fictie
Je mening geven met behulp van beoordelingswoorden.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Fictie
Je mening geven met behulp van beoordelingswoorden.

Slide 1 - Diapositive

Beoordelingswoorden
  • Je kunt met behulp van beoordelingswoorden je mening geven over iets.

Slide 2 - Diapositive

Beoordelingswoorden
  • Je kunt bijvoorbeeld je mening geven over een boek of een gedicht.
  • Beoordelingswoorden helpen je daarbij.

Slide 3 - Diapositive

Spannend
Makkelijk
Interessant
Voorspelbaar
Grappig
Vrolijk
Saai
Moeilijk
Niet interessant
Onvoorspelbaar
Niet grappig
Verdrietig

Slide 4 - Diapositive

Uitleggen
  • Je moet kunnen uitleggen waarom je iets vindt.
  • Je kunt dat doen door een voorbeeld uit de tekst te noemen.

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld
  • Ik vond het een spannend boek, omdat ik niet wist wie de moordenaar was. Je komt er pas op de laatste bladzijde achter wie de moordenaar was. Daardoor wilde ik blijven lezen. 



Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld
  • Ik vond het boek erg moeilijk om te lezen. Dat komt omdat de schrijver veel samengestelde zinnen en moeilijke woorden gebruikt. Daardoor vond ik het lastig om dit boek te lezen.



Slide 7 - Diapositive

Ruimte in een verhaal

- Een schrijver kan met een bepaalde plaats of plaatsen aangeven waar een verhaal zich afspeelt (stad, planeet, land).

- Ook kan hij ruimte beschrijven als kamers, gebouwen, huizen etc.

- De ruimte kan een bepaalde sfeer oproepen (bijv. spanning) of het verhaal verduidelijken.


Slide 8 - Diapositive

Tijd in verhalen

- In welke tijd speelt een verhaal zich af?

- Hoeveel tijd verloopt er in het verhaal?

- Wordt het verhaal in de juiste tijdsvolgorde verteld?

Slide 9 - Diapositive

In welke tijd speelt een verhaal zich af?

- Een jaartal

- Historische gebeurtenissen of figuren

- Gebruiken, gewoontes, voorwerpen of kleding

- De ruimte waarin het verhaal zich afspeelt

Slide 10 - Diapositive

In welke tijd speelt een verhaal zich af?

Er zijn ook tijdloze verhalen:

- boodschap voor alle tijden

- sprookjes

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel tijd verloopt er in het verhaal?

De vertelde tijd geeft aan hoeveel tijd er verloopt in het verhaal.

Voorbeelden zijn:

- een paar uur

- een week

- drie jaar

- 50 jaar

Slide 12 - Diapositive

Wordt het verhaal in de juiste tijdsvolgorde verteld?

- Chronologisch = tijdsvolgorde van a tot z

Vooruitwijzing: een mededeling over wat later gaat gebeuren

Terugwijzing: terugdenken aan iets dat eerder is gebeurd

- Niet-chronologisch = volgorde van het verhaal verloopt anders dan wanneer dit in het echt zou gebeuren

Flashback: het verhaal springt terug in de tijd


Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Ga nu verder met:
- het lezen van je boek
- het maken van de opdracht boek-filmvergelijking
- vragen? Stel ze!!

Slide 14 - Diapositive