Ontdek de tekstverbanden

Ontdek de tekstverbanden

Leerdoel

Aan het einde van deze les kan je verschillende tekstverbanden herkennen en begrijpen.

Introduceer het leerdoel van de les en bespreek kort wat er behandeld zal worden.

Wat zijn tekstverbanden?

Tekstverbanden zijn middelen waarmee zinnen of alinea's in een tekst met elkaar verbonden zijn.

Leg uit wat tekstverbanden zijn en waarom ze belangrijk zijn om te begrijpen.

Signaalwoorden

Signaalwoorden geven aan welk tekstverband er gebruikt wordt, bijvoorbeeld 'omdat', 'daardoor' of 'ten eerste'.

Beschrijf wat signaalwoorden zijn en geef voorbeelden van verschillende soorten.

Opsomming

Een opsomming verbindt meerdere zinnen of alinea's waarin steeds nieuwe elementen worden opgenoemd.

Leg uit wat een opsomming is en geef voorbeelden van signaalwoorden die bij dit tekstverband horen.

Tegenstelling

Een tegenstelling verbindt zinnen of alinea's waarin twee tegengestelde zaken genoemd worden.

Leg uit wat een tegenstelling is en geef voorbeelden van signaalwoorden die bij dit tekstverband horen.

Oorzaak en gevolg

Een oorzaak en gevolg verband verbindt zinnen of alinea's waarin een oorzakelijke relatie wordt beschreven.

Leg uit wat een oorzaak en gevolg verband is en geef voorbeelden van signaalwoorden die bij dit tekstverband horen.

Doel en middel

Een doel en middel verband verbindt zinnen of alinea's waarin het doel en de middelen om dat doel te bereiken beschreven worden.

Leg uit wat een doel en middel verband is en geef voorbeelden van signaalwoorden die bij dit tekstverband horen.

Samenvatting

Een samenvatting verbindt zinnen of alinea's waarin de belangrijkste punten uit de tekst worden samengevat.

Leg uit wat een samenvatting is en geef voorbeelden van signaalwoorden die bij dit tekstverband horen.

Oefenen

Lees de tekst en bepaal welk tekstverband er gebruikt wordt. Noteer ook de signaalwoorden die je hebt gevonden.

Laat de studenten oefenen met het herkennen van tekstverbanden en signaalwoorden.

Toepassen

Schrijf een korte tekst over een onderwerp naar keuze en gebruik daarbij minstens drie verschillende tekstverbanden.

Laat de studenten zelf een tekst schrijven waarin ze de geleerde tekstverbanden gebruiken.