Oefenen toets: Vergroten en verkleinen

Vergroten en verkleinen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Vergroten en verkleinen

Slide 1 - Diapositive

Wat is de vergrotingsfactor?
A
1, 9 : 2,8 = 0,68
B
2,8 : 1,9 = 1,47

Slide 2 - Quiz

De vergrotingsfactor van de hoogte is 2,2.
Wat zou de vergrotingsfactor van de breedte zijn?
A
De vergrotingsfactor is kleiner
B
De vergrotingsfactor blijft 2,2
C
De vergrotingsfactor is groter

Slide 3 - Quiz

Wat is hier de vergrotingsfactor?
A
0,25
B
16
C
8
D
4

Slide 4 - Quiz

De vergrotingsfactor is ...
A
16
B
0,625
C
1,6
D
6,25

Slide 5 - Quiz


Wat is de vergrotingsfactor?

A
9,6 mm
B
7,2 mm
C
0,4
D
9 mm

Slide 6 - Quiz

schaal 1 : 25 betekent:
op de kaart is  in het echt
op de kaart
in het echt
1 cm
25 cm

Slide 7 - Question de remorquage

Schaal 1 : 15.
Op de kaart is de afstand 3 cm. Wat is de afstand in werkelijkheid?
A
5 cm
B
45 cm

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste getallen in:
De lengte van het schaalmodel is 12 cm.
De lengte in werkelijkheid is 360 cm.
....... : ........ =
De vergrotingsfactor is dus ........

Slide 9 - Question ouverte

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 3.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
300 cm
B
30 m
C
3 km
D
3000 m

Slide 10 - Quiz

De chinese muur is 15 centimer lang op de kaart.
Schaal 1:150.000.000cm
A
1300km
B
2250km
C
1800km
D
2000km

Slide 11 - Quiz

Wat kun je berekenen met de schaallijn?
A
Afstand hemelsbreed
B
Afstand werkelijk
C
Niks
D
Hoe snel een auto gaat

Slide 12 - Quiz

Bij welke schaal hoort de schaallijn?
A
1 : 400
B
1 : 4 000
C
1 : 40 000
D
1 : 400 000

Slide 13 - Quiz

Welke schaal hoort bij de schaallijn?
A
1 : 25
B
1 : 150
C
1 : 2500
D
1 : 15000

Slide 14 - Quiz

Bekijk de schaal. Welke
hoort bij deze kaart?
A
1 cm = 6 cm
B
1 cm = 6 km
C
1 cm = 24 km
D
1 cm = 1 km

Slide 15 - Quiz

Schaal = 1 : 32
....
Schaalmodel ----> Werkelijkheid
A
x 1
B
: 32
C
x 1/32
D
x 32

Slide 16 - Quiz

Schaal 1 : 30
model is 3 cm.

Bereken de werkelijkheid
A
90
B
120
C
10
D
30

Slide 17 - Quiz

model: 3 cm.
In werkelijkheid: 27 cm.

Wat is de schaal?
A
1:3
B
1:27
C
3:27
D
1:9

Slide 18 - Quiz

model: 10 cm. In werkelijkheid: 50 cm.
Wat is de vergrotingsfactor?
A
10:50=0,2
B
10x50=500
C
50:10=5
D
50-10=40

Slide 19 - Quiz

Bereken het model
Schaal 1:30
Werkelijkheid is 60 cm
A
0,5 cm
B
20 cm
C
1800 cm
D
2 cm

Slide 20 - Quiz

Schaal 1 : 80
Schaalmodel is 7 cm.

Bereken de werkelijkheid
A
870
B
120
C
560
D
480

Slide 21 - Quiz