2hvd-Kap3-4-13-kontrollieren -E-Ein-Gruppe

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lernziele heute:
Achtung/Let op: SO op 11 maart!!! Moet nog op magister (zie mail van  18-2)
Lernen: Kapitel 3, Wörterliste A+B, Grammatik C

Lesen = Hausaufgaben besprechen (Aufgabe 4+13):
Ich kann 2 Texte lesen, verstehen und Fragen beantworten
Grammatik E:
Ich kenne die ein-Gruppe und kann sie benutzen 
Sprechen:
Ich kann über Essen und Trinken sprechen




Slide 2 - Diapositive

Seite 82, Aufgabe 4, Frage 1
A
richtig
B
falsch

Slide 3 - Quiz

Seite 82, Aufgabe 4, Frage 2
A
richtig
B
falsch

Slide 4 - Quiz

Seite 82, Aufgabe 4, Frage 3
A
richtig
B
falsch

Slide 5 - Quiz

Seite 82, Aufgabe 4, Frage 4
A
richtig
B
falsch

Slide 6 - Quiz

Seite 82, Aufgabe 4, Frage 5
A
richtig
B
falsch

Slide 7 - Quiz

Seite 82, Aufgabe 4, Frage 6
A
richtig
B
falsch

Slide 8 - Quiz

Seite 82, Aufgabe 4, Frage 7
A
richtig
B
falsch

Slide 9 - Quiz

Seite 82, Aufgabe 4, Frage 8
A
richtig
B
falsch

Slide 10 - Quiz

Kontrolliere:
Aufgabe 13 = eerste tekst 
A:
1 A
2 B
3 A
4 A
5 B
6 A
7 A
8 A
9 B
10 A

B:
1 Sie enthält weniger Milch.
2 4 Personen: Alfred Ritter, die Schwester von Alfred Ritter, die Kinder (meervoudsvorm in de tekst),
3 Alfred Ritter moest vroeger van de dokter meer chocolade eten.

Slide 11 - Diapositive

Kontrolliere:
Aufgabe 13 = tweede tekst 
A:
1 B
2 A
3 A
4 A
5 A
6 B
7 B
8 A
9 A
10 A


B:
1 Sie können Gesichtsausdrücke haben.
2 Nee, want zo kunnen ze proeven als de smaak niet goed is,
3 Daarmee wordt Petra Wrede bedoeld. Zij ontwerpt het Haribo-snoep.


Slide 12 - Diapositive

Heb je het eerste lesdoel behaald?

Ich kann 2 Texte lesen, verstehen und Fragen beantworten

😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

Lernziele heute:
Grammatik E:
Ich kenne die ein-Gruppe und kann sie benutzen

Sprechen: 
Ich kann kurz über Essen und Trinken sprechen



Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

woorden van de EIN-groep
ein... + kein..
+ Possessivpronomen (=bezittelijke voornaamwoorden)
 

Slide 16 - Diapositive

woorden van de EIN-groep
geen = kein
mijn = mein              ons/onze =  unser
jouw = dein               jullie = euer
zijn = sein                  hun = ihr
haar = ihr                   uw = Ihr 

Slide 17 - Diapositive

Uitleg
mein ==> meine    
dein ==> deine                   vrouwelijk
ihr   ==> ihre                         meervoud
enz.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

LINKS:
sleep het  bezittelijk voornaam-
woord
naar de 
juiste vertaling

RECHTS:
Sleep de juiste uitgang naar het zelfstandig- naamwoord
mijn
haar
onze
jouw
Läden (mv)
Verkäuferin (v)
Kunde (m)

ihr

mein

dein

unser

eine

ein


Keine

Slide 21 - Question de remorquage

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is de betekenis van 'jouw'?
A
mein / meine
B
dein / deine
C
sein / seine
D
ihr / ihre

Slide 22 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord
Kies het juiste antwoord.
[onze] ... Lehrerin
A
unser
B
unsere

Slide 23 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
[mijn] ... Vater
A
mein
B
meine

Slide 24 - Quiz

vertaal het bezittelijk voornaamwoord

Das sind (onze) .... Eltern (mv)
A
meine
B
dien
C
ihre
D
unsere

Slide 25 - Quiz

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Ist das ( uw).... Fahrrad (o)?
A
ihr
B
Ihre
C
ihre
D
Ihr

Slide 26 - Quiz

Heb je het tweede lesdoel behaald?
ik ken de ein-groep en kan de vormen gebruiken

😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Sondage

Kleines Interview:
1. Was ist dein Lieblingsessen?  - Mein Lieblingsessen ist...
2. Was ist dein Lieblingstrinken? - ...
3. Was findest du gar nicht lecker? - ...
4. Was isst du am Wochenende? - Am Wochenende esse ich...
5. Was kochst du gerne? - ...

Slide 28 - Diapositive

Heb je het derde lesdoel behaald?
Ich kann über Essen und Trinken sprechen

😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Hausaufgabe: 
machen: Schreiben = oefen-SO
--> Antwoorden op teams-bestanden!!

wiederholen (=herhalen): Wörterlisten A und B Seite 106 (NL>D, D>NL) 
wiederholen: Grammatik C+E Seite 110  

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive