Bladeren: De krachtcentrales van planten

4 mavo biologie 
Biologie voor jou 

Op naar het examen. 

Mevrouw Bierling 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4 mavo biologie 
Biologie voor jou 

Op naar het examen. 

Mevrouw Bierling 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4 mavo biologie 
LES 1; 
Bladeren: De krachtcentrales van planten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je
1.  de bouw en functie van bladeren omschrijven 
2. het belang van fotosynthese begrijpen
3. weten hoe een plant stevig blijf
4. hoe huidmondjes werken

Slide 3 - Diapositive

Benadruk het belang van het begrijpen van bladeren en fotosynthese voor het begrijpen van plantengroei.
Wat weet je al over de bouw en functie van bladeren?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn bladeren?
Bladeren zijn de groene organen van planten die verantwoordelijk zijn voor fotosynthese. 


(proces waarbij planten glucose / suiker / eigen voedsel maakt uit water koolstofdioxide en zonlicht)ekst

Slide 5 - Diapositive

Vraag de studenten om voorbeelden van bladeren te noemen en vraag waarom ze groen zijn.
Bouw van bladeren 
1. Opperhuid met huidmondjes
2. Weefsel met bladgroenkorrels
3. Vaatbundels 

Slide 6 - Diapositive

Toon afbeeldingen van verschillende bladeren en vraag de studenten om de genoemde kenmerken te identificeren.
Bovenkant  en onderkant van een blad
De bovenkant en onderkant heten allebei de opperhuid
beide kanten zijn met een waslaag.  (-> tegen uitdroging)
Vooral op de onderkant van het blad vind je huidmondjes.

Slide 7 - Diapositive

Beschrijf de functie van de waslaag en huidmondjes in de regulatie van water en gasuitwisseling.
Midden van het blad 
1. Bladmoes (=weefsel  hier vind fotosynthese plaats)
2. Nerven (= weefsel transport van water en glucose door de plant)

Slide 8 - Diapositive

Leg uit dat het lichtere kleur aan de onderkant helpt bij het absorberen van licht voor fotosynthese.
Activiteit 1
Ga naar buiten en pluk een blad van een plant. 
Plak dit blad in je schrift
Geef de onderdelen aan. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen van een blad

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is fotosynthese?
Fotosynthese is het proces waarbij planten lichtenergie omzetten in chemische energie. (glucose)


Slide 11 - Diapositive

Vraag de studenten om te beschrijven waarom fotosynthese essentieel is voor planten en andere organismen op aarde.
Fotosynthese in een blad
Fotosynthese vindt plaats in de groene delen van de een plant.
  • bladgroenkorrels 

Fotosynthese is nodig voor het produceren van zuurstof  en glucose (chemische energie, voedsel van de plant). 
Hiervoor gebruikt de plant water en koolstofdioxide en licht energie.

Slide 12 - Diapositive

Toon een diagram van een chloroplast en leg uit hoe lichtenergie wordt omgezet in glucose tijdens fotosynthese.
Reactievergelijking fotosynthese

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Activiteit 2
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Fotosynthese/reacties.htm


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Stevigheid van een plant
Plantencellen hebben vacuole 
blaasjes gevuld met water.

Zit er veel water in de blaasje = stevig
Zit er weinig water in de blaasje = slap 

Slide 16 - Diapositive

Beschrijf de belangrijkste functies van bladeren en vraag de studenten waarom deze functies belangrijk zijn voor planten.
Huidmondjes 
Huidmondjes zijn bedoeld om lucht de bladeren in te laten (in lucht zit koolstofdioxide dit is nodig voor fotosynthese).

HM Dicht -> vacuole leeg
HM Open -> vacuole vol 

Slide 17 - Diapositive

Beschrijf enkele voorbeelden van bladaanpassingen en vraag de studenten om mogelijke redenen voor deze aanpassingen.
Samenvatting
Bladeren zijn de krachtcentrales van planten, waar fotosynthese plaatsvindt en gebonden energie wordt geproduceerd in de vorm van glucose.


water + koolstofdioxide -> zuurstof + glucose

Slide 18 - Diapositive

Herhaal de belangrijkste punten en vraag de studenten om vragen of onduidelijkheden te stellen.
quiz 1: Bladeren zijn...
A
cellen
B
weefsel
C
organen
D
orgaanstelsel

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

quiz 2: De bladeren van een oeverkruidplant die boven water uitsteken, hebben huidmondjes, de bladeren onder water niet.
Hoe ontstaat dit verschil tussen de bladeren van één plant?
A
door een verschil in erfelijke factoren en een verschil in milieufactoren
B
door een verschil in erfelijke eigenschappen van de plant
C
door een verschil in milieufactoren

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

quiz 3; Wat is de functie van bladeren?
In de bladeren zitten bladgroenkorrels.
Bladgroenkorrels zijn voor de fotosynthese
A
stevigheid
B
CO2 afgeven
C
fotosynthese
D
water afgeven

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

quiz 4: Vochtige of Droge omgeving?
Dikke waslaag op de bladeren.
A
Vochtige omgeving
B
Droge omgeving

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

quiz 5: Welke van deze planten heeft waarschijnlijk de dikste waslaag op de bladeren?
A
Waterpest (waterplant)
B
Eik (boom)
C
Cactus

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

quiz 6: Wat is bladmoes?
A
een eetbaar gedeelte van het blad
B
het groene gedeelte van het blad wat tussen de nerven ligt.
C
bladmoes zorgt voor stevigheid
D
bladmoes zorgt ervoor dat planten water krijgen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

quiz 7: Sommige planten hebben witte bladeren in plaats van groene bladeren. In deze bladeren is geen fotosynthese mogelijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
Maken opdrachten basisstof 1

Slide 26 - Diapositive

Zorg ervoor dat de bronnen betrouwbaar en toegankelijk zijn voor de studenten om verder te lezen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 27 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 28 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 29 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.