Werkwoordspelling alles door elkaar

Oefenen werkwoordspelling 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBeroepsopleiding

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Oefenen werkwoordspelling 

Slide 1 - Diapositive

Mijn nicht ......... (tennissen)op zeer hoog niveau.

Slide 2 - Question ouverte

Wij hadden vanmorgen toevallig hetzelfde .............. (aantrekken)

Slide 3 - Question ouverte

Sven ......... (branden) zijn vinger aan de hete pan.

Slide 4 - Question ouverte

Tim ............. (verliezen) vorige week de kampioenswedstrijd.

Slide 5 - Question ouverte

Vader ........ (bieden) 50 euro voor het schilderij.

Slide 6 - Question ouverte

De bakker heeft met slagroom op de taart............... (spuiten).

Slide 7 - Question ouverte

De makelaar .............. (taxeren) het huis van oma.

Slide 8 - Question ouverte

Vorige week ............... (kosten) die bloemen veel minder dan nu.

Slide 9 - Question ouverte

Wanneer ben jij voor het laatst in het zwembad .......... (zijn)?

Slide 10 - Question ouverte

Houd jij ook zo van ................ (bakken) banaan?

Slide 11 - Question ouverte

Kijk uit, de vloer is net ...........(dweilen).

Slide 12 - Question ouverte

Smeer wat aftersun op je ................ (verbranden) neus.

Slide 13 - Question ouverte

Vannacht ........... (worden) ik plotseling ziek.

Slide 14 - Question ouverte

Jij .............. (belanden) gister in de problemen.

Slide 15 - Question ouverte

........ (broeden) die vogel nu nog steeds op eieren?

Slide 16 - Question ouverte

Jij ............ (doen) vorige week toch niet mee met gym?

Slide 17 - Question ouverte

Kijk uit voor het pas ............. (verven) hek.

Slide 18 - Question ouverte

De winnaars van de wedstrijd gaan tot diep in de nacht ........... (feesten).

Slide 19 - Question ouverte

Nicole ............. (beweren) dat Alex haar heeft geslagen.

Slide 20 - Question ouverte