VWO 2 - Voorbereiding PW

VWO 2 - Voorbereiding PW
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

VWO 2 - Voorbereiding PW

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
Keuze:
- Herhaling stof
- Proeftoets maken op papier
- Online oefenen
- zelf voorbereiden PW (samenvatting mk etc.)

Gehele klas: Condoompracticum

Slide 2 - Diapositive

Iemand al een vraag
over de stof?

Slide 3 - Carte mentale

Hormonen: 
  • Veranderingen → regelstoffen = hormonen.
  • Hormoonklieren: o.a.
  - Hypofyse
  - Geslachtsorganen.


  • Productie geslachtshormonen o.i.v. hypofyse.
  - Mannelijk: Testosteron.
  - Vrouwelijk: Oestrogeen.
+ Aanmaken groeihormoon.

Slide 4 - Diapositive

Werking hormonen
  • Hormoonklieren – hormonen – bloed.
     Bron 4 en 5 blz. 109 KK
  • Hormonen zijn specifiek!
  • Lichaamscellen bevatten receptoren.
  • Doelorganen reageren, andere niet.
      - Receptor zonder hormoon = geen reactie.
      - Receptor met hormoon = reactie!

Slide 5 - Diapositive

Groeispurt!
  • Groei = proces, toename grootte + gewicht van organismen.
  • Invloeden:
      - buitenaf: o.a. voeding, ziekte.
      - binnenuit: genetische bepaling.

  • Lengtegroei: groei uiteinde pijpbeenderen.
      - Uiteinde van kraakbeen = groeischijf. Bron 7 en 8 blz. 110 KK!
  • Stop groei: alle kraakbeencellen veranderd in beencellen (in groeischijf).


  • Groeispurt:
     - jongens vs meisjes

Slide 6 - Diapositive

Secundaire geslachtskenmerken:
  • Lr bron 2 blz. 112 KK!

  • Primair geslachtskenmerken.
      (geslacht)
  •  Secundaire geslachtkenmerken.
       (puberteit)
  •  Tertiaire geslachtkenmerken.
       (gedrag, cultuur, kleding, denken,
        juiste lichaam? Zie blz. 112 en blz. 114)


Slide 7 - Diapositive

Waar staat LGBTQ+ voor? 
Dit is de betekenis van (het Engelse) LGBTQ:

  • L staat voor lesbian, een lesbische (homoseksuele) vrouw.
  • G staat voor gay, een homoseksuele man.
  • B staat voor bisexual, een biseksueel persoon die op mannen en vrouwen valt.
  • T staat voor transgender, een transgenderpersoon. Deze personen voelen zich niet (helemaal) thuis in hun lichaam met bijbehorende geslachtskenmerken. Het kan voelen alsof ze in het 'verkeerde' lichaam zijn geboren. Soms kiezen mensen ervoor om een geslachtsverandering te ondergaan.
  • Q staat voor queer of voor questioning. Mensen die hun seksuele voorkeur liever niet in een hokje plaatsen.
Een aantal jaar geleden werd de term uitgebreid met drie letters en werd het: LGBTQIAP.
  • I staat voor intersex: mensen met zowel mannelijke als vrouwelijke lichaamskenmerken.
  • A staat voor asexual, mensen die geen seksuele aantrekkingskracht en seksueel verlangen voelen.
  • P staat voor pansexual, personen die niet vallen op geslacht, maar op karakter of persoonlijkheid.

Nogmaals... Hoe uitgebreid deze lijst ook lijkt... Je bent vrij om je te identificeren met datgene waar jij je prettig bij voelt.

Slide 8 - Diapositive

Geslachtsgemeenschap / seks
                                                                              clitoris

Slide 9 - Diapositive

Geslachtsgemeenschap

Klaarkomen of orgasme.


Zaadlozing.


Zelfbevrediging/ masturbatie

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn soa's?

  • Soa = seksueel overdraagbare aandoening (geslachtsziekte).
  • Ziekteverwekkers: bacteriën, virussen, schimmels en luizen.
  • Verkregen door:
     - Onveilig seksueel contact (kans op bevruchting/zwangerschap en  soa);
     - Bloedcontact
     - moeder op kind.
  •  Overdracht: sperma, vaginaal vocht, bloed, contact slijmvliezen (penis,
       vagina, anus, mond)
  • LR bron 3 blz. 121!!! Alle type soa's!


Slide 11 - Diapositive

Hiv / Aids:
  • HIV: human immunodificiency virus.
  • Besmet:
      - bloed,
      - onveilige seks,
      - moeder op kind. 
  • Werking: Witte bloedcellen aantasten (virussen laten maken)
      = verzwakking immuunsysteem. 
  • Seropositief = besmet met het hiv, maar niet direct ziek.


  • AIDS: aquired immune dificiency syndrome.
  • AIDS: wanneer er teveel witte bloedcellen zijn vernietigd door het Hiv-virus. 
  • Klachten: verschillende aandoeningen (ziektes omdat je immuunsysteem niet meer werkt).
  • Lichamelijke en sociale gevolgen.
  • Genezing: Geen, dodelijk. Geen medicatie, Hiv verandert (muteert) snel. Alleen Hiv-remmers.

Slide 12 - Diapositive

Vragen?
Condoompracticum

Slide 13 - Diapositive