Les klinisch redeneren: Tips en tricks uit Thiemen Meulenhof VVT Boek 2 Thema 5 Hoofdstuk 15

Les klinisch redeneren: Tips en tricks uit Thiemen Meulenhof VVT Boek 2 Thema 5 Hoofdstuk 15
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les klinisch redeneren: Tips en tricks uit Thiemen Meulenhof VVT Boek 2 Thema 5 Hoofdstuk 15

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat klinisch redeneren is, hoe het proces werkt en hoe je dit als verpleegkundige kunt toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Benoem het belang van klinisch redeneren en de toepassing van deze vaardigheid in de zorgpraktijk.
Wat weet jij al over klinisch redeneren?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is klinisch redeneren?
Klinisch redeneren is een proces waarbij je op basis van ziektegeschiedenis, symptomen en medische gegevens tot een diagnose probeert te komen.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat het proces van klinisch redeneren inhoudt, gebruik hierbij praktijkvoorbeelden.
Hoe werkt het proces?
Het proces bestaat uit 4 stappen: verzamelen van gegevens, identificeren van problemen, het stellen van een diagnose en het formuleren van een zorgplan.

Slide 5 - Diapositive

Laat de studenten in groepjes een casus uitwerken en bespreek dit daarna klassikaal.
Hoe pas je klinisch redeneren toe?
Klinisch redeneren is voor verpleegkundigen een belangrijke vaardigheid om de beste zorg te kunnen verlenen. Het is belangrijk om te kunnen anticiperen op mogelijke complicaties en adequaat te handelen.

Slide 6 - Diapositive

Laat de studenten in groepjes een casus uitwerken en bespreek dit daarna klassikaal.
Welke valkuilen zijn er?
Er zijn verschillende valkuilen bij het proces van klinisch redeneren, zoals te snel conclusies trekken, te veel focussen op één symptoom en tunnelvisie.

Slide 7 - Diapositive

Geef concrete voorbeelden van valkuilen en hoe deze vermeden kunnen worden.
Hoe kun je jezelf verbeteren?
Je kunt jezelf verbeteren door te reflecteren op je eigen handelen en te blijven leren en ontwikkelen.

Slide 8 - Diapositive

Bespreek verschillende manieren waarop studenten zichzelf kunnen ontwikkelen, zoals het lezen van vakliteratuur, het volgen van bijscholingscursussen en het bijwonen van congressen.
Praktijkvoorbeeld
Laat de studenten in groepjes een praktijkvoorbeeld uitwerken en presenteer dit aan de klas.

Slide 9 - Diapositive

Bedenk van tevoren een praktijkvoorbeeld dat aansluit bij de lesstof en de leerdoelen.
Evaluatie
Evalueer de les door middel van een korte quiz of een klassikale bespreking van de leerdoelen.

Slide 10 - Diapositive

Geef aan welke vragen je wilt stellen en hoe je de evaluatie wilt uitvoeren.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.