H2-4 toets vraag 2-2 zonder samenwerken

Herhaling 
Hoofdstuk 2 
LWEO Lesbrief Vervoer
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare school

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling 
Hoofdstuk 2 
LWEO Lesbrief Vervoer

Slide 1 - Diapositive

Wat is de formule van de totale winst?
A
TW = TK - TO
B
TW = TO/TK
C
TW = p x Q
D
TW = TO - TK

Slide 2 - Quiz

Wat is de formule van de totale kosten?
A
TK = TCK + TVK
B
TK = TW + TO
C
TK = TCK/q
D
TK = TCK - TVK

Slide 3 - Quiz

Wat is de formule voor het berekenen van afschrijvingen?
A
(aanschafwaarde - restwaarde) * economische levensduur
B
(aanschafwaarde - restwaarde)/werkelijke levensduur
C
(aanschafwaarde - restwaarde)/economische levensduur
D
geen van allen

Slide 4 - Quiz

De prijs is 500 euro. De variabele kosten zijn 300 euro. De constante kosten zijn 1 miljoen.

Wat is de break-even afzet?
A
4000 producten
B
5000 producten
C
6000 producten
D
7000 producten

Slide 5 - Quiz

uitwerking
Break-even afzet formule = constante kosten/(prijs - variabele kosten)

Dus BEA = 1 miljoen/200 euro = 5000 producten

Slide 6 - Diapositive

De prijs is 400 euro. De variabele kosten zijn 250 euro per product. De break-even afzet is 4000 producten.
Hoeveel bedragen de constante kosten?
A
600.000
B
650.000
C
550.000
D
500.000

Slide 7 - Quiz

uitwerking
BEA = constante kosten/(p - variabele kosten)

4000 = C/(400 - 250)

Dus C = 4000 x 150 = 600.000

controle berekening: 4000 = 600.000/150, dat klopt!

Slide 8 - Diapositive

Hoe teken je een grafiek?

Stel: prijs = 2 euro per stuk
constante kosten = 90.000 euro
variabele kosten = 0,75 euro per stuk
max productie = 200.000

1. Bepaal de TO-functie
2. Bepaal de TK-functie
3. Bereken twee waarden per functie en teken de grafiek

Slide 9 - Diapositive

prijs = 2 euro, constante kosten = 4500 euro, variabele kosten = 0,5 euro.
Productiecapaciteit = 5000.

Teken de TO en de TK functie.

Slide 10 - Question ouverte

Oefentoetsvraag H2 - 2

Slide 11 - Diapositive

prijs: 300 euro
constante kosten (CK): 450 miljoen, variabele kosten: 200 euro per stuk, productiecapaciteit: 6 miljoen
Wat is de break-even omzet (BEO)?
A
4,5 miljoen
B
45 miljoen
C
135 miljoen
D
1350 miljoen

Slide 12 - Quiz

Uitwerking
prijs: 300 euro
constante kosten (CK): 450 miljoen, variabele kosten: 200 euro per stuk, productiecapaciteit: 6 miljoen
Wat is de break-even omzet (BEO) en wat is de maximale winst (MW)?
BEA = C/(p - v) = 450 miljoen/(300 - 200) = 4,5 miljoen
BEO = 4,5 miljoen stuks * 300 euro = 1350 miljoen

Slide 13 - Diapositive

prijs: 300 euro
variabele kosten: 200 euro
constante kosten: 450 miljoen
productiecapaciteit: 6 miljoen
Wat is de maximale winst?
A
1,5 miljoen euro
B
150 miljoen euro
C
4,5 miljoen euro
D
1500 miljoen euro

Slide 14 - Quiz

uitwerking
MO > MK dus Maximale winst is als de volledige productiecapaciteit van 6 miljoen stuks is bereikt. 
Totale omzet is: 6 miljoen * 300 euro = 1.800 miljoen
Totale kosten is: 450 miljoen + (6 miljoen * 200 euro) = 450 miljoen + 1200 miljoen = 1650 miljoen
Maximale winst is: 1800 miljoen - 1650 miljoen = 150 miljoen

Slide 15 - Diapositive


TomTom: P: 300 euro, VK: 200 euro, CK: 450 miljoen, capaciteit: 6 miljoen
Ze gebruiken nu een kaartensysteem, dat kost per jaar: 66 miljoen + 5 euro per product (deze kosten zitten dus al inbegrepen in de CK en VK).
Ze kunnen het kaartensysteem overnemen: 1,5 miljard, 6% rente

Vraag: met hoeveel euro neemt de winst toe na overname?

A
5 miljoen
B
50 miljoen
C
60 miljoen
D
6 miljoen

Slide 16 - Quiz

uitwerking
Door de overname dalen de constante kosten met 450 - 66 miljoen. Echter er komen ook rentekosten bij: 6% van 1,5 miljard = 90 miljoen. Dus CK = 450 - 66 + 90 = 474 miljoen
De variabele kosten nemen af met 5 euro per product. Dus die worden (200-5 = 195 euro per product.
Dus nieuwe TK functie is: 195Q + 474 miljoen. 
Q = 6 miljoen, TK = 1644 miljoen. TO = 1800 miljoen. TW = 156 miljoen. De TW was 150 miljoen. Dus toename van 6 miljoen. 

Slide 17 - Diapositive

Ik begrijp afschrijvingen
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Ik begrijp het verschil tussen vaste en constante kosten
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Ik begrijp hoe je de break-even afzet moet berekenen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Ik vond het fijn om samen te werken aan de opdrachten.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage