Toekomstverslag leerjaar 4

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Toekomstverslag

Je maakt een verslag over nu en over de toekomst. Waar sta je nu en wat wil je in de toekomst?

Toekomst

Les 1: Titelblad

Maak de voorkant van je verslag.

Wat moet erop staan?

Stap voor stap:

• Log in op de site van school praktijkonderwijszutphen.nl 
• Ga naar Word
• Open een nieuw bestand
• Verander je documentnaam in Toekomst titelblad

Stap voor stap:

• Zoek een plaatje op internet voor het titelblad. Dit plaatje heeft te maken met jouw toekomst.
• Sla dit plaatje op bij afbeeldingen op de computer.

Stap voor stap:

• Voeg het plaatje in op je Worddocument. Kies invoegen afbeeldingen>dit apparaat.
• Ga naar afbeeldingen en klik op je plaatje om in te voegen.
• Zet het plaatje in het midden van de pagina. Lukt dit???

Stap voor stap:

• Klik op bewerken en dan op openen in desktop-app
• wacht even tot het programma is geopend.....
• Klik met je rechter muisknop op het plaatje> kies tekstterugloop> kies dicht opeen
• Nu kun je het plaatje in het midden van de pagina zetten.

Stap voor stap:

• Open Word-Art
• Maak een passende titel boven aan de pagina (grootte 72)
• Klik met je rechter muisknop op het plaatje> kies tekstterugloop> kies dicht opeen
• Zet je titel in het midden boven je plaatje.

Stap voor stap:

• Ga met je cursor onder het plaatje staan
• Klik bovenaan in de werkbalk op links uitlijnen
• Typ onder elkaar de volgende woorden: naam:, klas:, vak:, docent:, datum:

Stap voor stap:

• Ga achter de dubbele punt van naam staan> druk op TAB
• Vul je voor- en achternaam in. Denk aan de hoofdletters!
• Kies lettergrootte 12 of 14
• Kies lettertype Arial
• Herhaal deze stappen voor de andere woorden

Les 2: Inhoudsopgave

Wat leer je deze les:

• Wat is een inhoudsopgave?
• Hoe maak ik een inhoudsopgave?

Wat is een inhoudsopgave?

Het geeft de volgorde aan van de hoofdstukken/ onderwerpen die in een werkstuk aan bod komen en op welke bladzijde je het kunt vinden.

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 6

Hoofdstuk 7

Hoofdstuk 8

Hoofdstuk 9

Voorwoord

Wie ben ik en hoe zie ik er uit?

Waar woon ik en met wie?

Met wie ga ik om en wat doen we dan?

Wat zijn mijn talenten en hobby's?

Welke opleiding en/of cursus volg ik?

Wat wil ik later worden en hoe ga ik dat bereiken?

Hoe ziet mijn leven eruit als ik 30 ben?

Nawoord en bronvermelding

Inhoudsopgave

Voorwoord

1. Wie ben ik en hoe zie ik er uit?

2. Waar woon ik en met wie?

3. Met wie ga ik om en wat doe ik dan?

4. Welke opleiding/ cursus volg ik?

5. Wat zijn mijn talenten/ hobby’s?

6. Wat wil ik later worden en hoe ga ik dat bereiken?

7. Hoe ziet mijn leven er uit als ik 30 ben?

Nawoord en bronvermelding

Les 3: Voorwoord

Dit is een korte inleiding van je werkstuk.

Het voorwoord schrijf je in de ik-vorm.

Je vertelt waar het werkstuk over gaat en waarom je voor dit onderwerp (toekomst) hebt gekozen.

Tot slot vertel je kort welke onderwerpen er aan bod komen.

Voorwoord 

Dit werkstuk gaat over mijzelf. Ik heb dit werkstuk gekozen, omdat ik dit onderwerp van mijn mentor heb gekregen.
Ik vind het zelf ook belangrijk om dit te doen, want dan ga ik beter nadenken over mijn toekomst. Wat wil ik en hoe ga ik dat bereiken. Ook is het leuk om over de toekomst na te denken. 

De eerste hoofdstukken gaan over wie ik ben en wat ik nu doe. Daarna vertel ik over waar ik goed in ben en wat ik voor de toekomst graag zou willen. 

Ik wens je veel plezier met het lezen van mijn werkstuk.

(voorbeeld uit het werkstuk van D.K.)

Maak je eigen voorwoord

Natuurlijk de tekst, maar ook een titel en een plaatje!

Les 4: Hoofdstuk 1

H1: Wie ben ik en hoe zie ik er uit?

Waar kom je vandaan? Waar komt je naam vandaan? Wat is jou geschiedenis? Stamboom?

Uiterlijke kenmerken, kleding stijl, lengte.

Foto's van vroeger en foto's van nu.

Les 5: Hoofdstuk 2

H2: Waar woon ik en met wie?

"Google street view - foto" van jouw huis

Omschrijving van de buurt

Omschrijving van de mensen met wie jij samen woont.
Welke activiteiten ondernemen jullie samen?

  

Les 6: Hoofdstuk 3

H3: Met wie ga ik om en wat doe ik dan?

Met welke mensen ga je om, waar ken je ze van, waar spreek je af, welke activiteiten onderneem je dan, wanneer zie je ze?

  

Les 7: Hoofdstuk 4

Welke opleiding/ cursus volg ik?

Vertel over 4.1 de school, 4.2 de cursus en 4.3 de stage. 
Welke vakken volg je op school, wat doe je in de cursus en waar loop je stage en wat doe je daar?