1vwo herhaling lezen NN H1, H2 en H5 + H3 nieuw

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Wat zijn alinea's?

1. Kleine stukjes waarin de tekst verdeeld is
2. 4 zinnen over een onderwerp
3. Regels van de tekst
4. Tussenkopjes

Hoe moet je een tekst lezen om het onderwerp te vinden?

1. Zoekend
2. Precies
3. Oriënterend
4. Globaal

Wat doe je bij oriënterend lezen?

1. De tekst heel precies lezen
2. Elke eerste en laatste zin van een alinea lezen
3. Je zoekt dan informatie in de tekst
4. De tekst als geheel bekijken en de eerste alinea lezen

Wat zijn deelonderwerpen?

1. Verschillende aspecten (kanten/delen) van het onderwerp
2. Het belangrijkste wat over een onderwerp gezegd wordt
3. Alinea's over partijen, verkiezingen en de tweede kamer
4. Tekstgedeeltes, zoals inleiding en slot

Waar vind je deelonderwerpen vooral?

1. titel
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot

Hoe vind je de deelonderwerpen?

1. Lees de tekst heel precies
2. Lees de tekst zoekend door
3. Lees de tekst globaal door
4. Lees de tekst oriënterend door

Wat doe je bij globaal lezen?

1. De tekst heel precies lezen
2. Elke eerste en laatste zin van een alinea lezen
3. Je zoekt dan informatie in de tekst
4. De tekst als geheel bekijken en de eerste alinea lezen

Om de prijs van een bioscoopkaartje te achterhalen ga je op de website van de bioscoop:

1. precies lezen
2. oriënterend lezen
3. zoekend lezen
4. globaal lezen

Wat is de hoofdgedachte en hoe vind je de hoofdgedachte van een tekst?

welke vraag stel je om de hoofdgedachte te vinden?

Welke tekstverbanden ken je uit hoofdstuk 4?

Plastic soep:
In de zeeën drijft steeds meer plastic. Dat wordt 'plastic soep' genoemd.
Tekst 1 in je boek, blz. 141, gaat over plastic soep.

Klik en luister

Signaalwoorden zijn ...

Wat zijn signaalwoorden? Kun je er ook een paar noemen?

Kijk naar het filmpje

Schrijf de tekstverbanden op met bijbehorende signaalwoorden

Tekstverbanden 

Een tekstverband is een verband tussen alinea's, zinnen en woorden. Je herkent ze aan de signaalwoorden. (Let op!)

1. Opsommend tekstverband

2. Tegenstellend tekstverband

3. Toelichtend tekstverband (voorbeeld)

4. Chronologisch tekstverband

Aan de slag!

- H3, Lezen

Opdracht 4 en 5

- H4, lezen

Opdracht 4 en 5