H5: Laatste les voor toetsweek

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Laatste les voor de toetsweek

Programma

1. Herhaling signaalwoorden;

2. Bespreken teksten examenbundel;

3. Bepalen strategieën examenbundel;

-----

4. Maken opdracht 1, 2, 3 examentraining;

5. Voorbereiding mondeling.

1. Herhaling signaalwoorden

Voor het examen is het belangrijk signaalwoorden te herkennen met bijbehorend verband.

1. Verbanden herkennen;

2. Kernzinnen herkennen;

3. Hoofdgedachte herkennen.

Positif

Négatif

sévère

terrible

sympa

aimer

nul,nulle

marrant(e)

détester

enthousiaste

génial(e)

notamment

surtout

particulièrement

même

voir

de même

par exemple

comme

comme si

aussi ... que

bref

donc

enfin

globalement

Vertaal het signaalwoord:
'ensuite'

1. dus
2. want
3. vervolgens
4. daarvoor

Wat is de functie van het signaalwoord 'ensuite'?

1. uitbreiding / opsomming
2. gevolg
3. conclusie
4. doel

Wat is de functie van het signaalwoord:

malgré

1. uitbreiding / opsomming
2. tegenstelling
3. conclusie
4. voorwaarde

Wat is de functie van het signaalwoord:

puisque

1. uitbreiding / opsomming
2. reden
3. conclusie
4. doel

Wat is de functie van het signaalwoord:

en résumé

1. uitbreiding / opsomming
2. gevolg
3. conclusie
4. doel

Welk signaalwoord is geen tegenstelling?

1. mais
2. pour
3. pourtant
4. par contre

Vertaal het signaalwoord:
'comme'

1. zoals
2. omdat
3. maar
4. want

Vertaal het signaalwoord "maar"

1. Mais
2. Aussi
3. Parce que
4. Également

Vertaal het signaalwoord "ook"

1. Jamais
2. Aussi
3. Après
4. Avant

Vertaal het signaalwoord "omdat"

1. Car
2. Parce que
3. Et
4. De plus

Vertaal het signaalwoord:
'puis'

1. want
2. omdat
3. maar
4. vervolgens

Wat is de functie van het signaalwoord:

l'objectif

1. uitbreiding / opsomming
2. reden
3. conclusie
4. doel

Wat geeft het signaalwoord POURTANT aan?

1. gevolg
2. oorzaak
3. tegenstelling
4. voorbeeld

2. Bespreken teksten examenbundel

1. We maken 4 groepen;

2. Iedere groep bespreekt 2 teksten

Hoe?

1. Vergelijk de antwoorden;

2. Leg uit hoe je bij het antwoord bent gekomen.

Let hierbij op:

• Signaalwoorden;
• Kernzinnen;
• Hoofdgedachten.

Vervolgens

1. We maken 4 nieuwe groepen waarbij iedereen zijn uitgewerkte teksten uitlegt aan de ander.

Mondeling

1. We bekijken de situaties;

2. De situaties worden verdeeld;

3. Ieder groepje werkt een situatie uit --> inleveren bij docent

• 100 woorden
• Schrijf het zowel fonetisch als grammaticaal correct