4.3: De weg naar de macht

4.3: De weg naar de macht. 
Duitsland over het randje
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

4.3: De weg naar de macht. 
Duitsland over het randje

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van de paragraaf kun je:
- Uitleggen in wat de beurskrach inhield
- Hoe de beurskrach zorgde voor de opkomst van Hitler
- Hoe Hitler in Duitsland aan de macht kon komen. 

Slide 2 - Diapositive

Duitsland na WOI
  • Na de Eerste Wereldoorlog werd Duitsland een democratie.
       - De Weimar-Republiek
  • Deze nieuwe democratische regering had het erg zwaar.
       - Zij hadden de nadelige vrede getekend en de zware straffen van Duitsland geaccepteerd.              Mensen voelden zich verraden.
  • Verschillende crisis en opstanden probeerden de Duitse democratie te ontwrichten.
      - Spartakisten-opstand van 1918
      - Ruhr-crisis van 1923
      -  Staatsgreep van de Nationaalsocialistische partij NSDAP.
  • Daweslplan van de Amerikanen biedt hulp aan de worstelende democratie. 




Slide 3 - Diapositive

Wat hield het Dawesplan in?

Slide 4 - Question ouverte

Op het randje
  • Om de economie te helpen schiet Amerika te hulp
  • Het Dawesplan
       - Amerika leent Duitsland enorm veel geld om zo haar economie weer te boosten en de                        herstelbetalingen kan betalen
  • Om de de crisis te beteugelen moeten afspraken worden gemaakt. 
       - De nieuwe Duitse regering besluit al het oude geld te vernietigen
       - Ook komt een afspraak met Frankrijk, die haar soldaten weghaalt uit het Ruhrgebied.

  • In 1924 wordt de bekende generaal Paul von Hindenburg gekozen tot president.
     - Rust keert langzaam terug in Duitsland.
  • De weg naar herstel lijkt te zijn ingeslagen..

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Hoe zorgt een crisis in Amerika voor problemen in Duitsland?

Slide 7 - Question ouverte

De Beurskrach en crisisjaren
  • Oktober 1929: Beurskrach op Wall Street, Amerika
  • De beurs in New York crasht doordat aandelen van bedrijven minder waard werden
       - Als gevolg van overproductie en een verzadigde markt.

  • Bedrijven gaan failliet en mensen worden ontslagen
  • Door failliete bedrijven gaan ook banken failliet.

  • Vanuit Amerika slaat de crisis over naar de rest van de wereld
       - De handel valt stil, koopt nu niets meer,
  • Amerika leende enorme hoeveelheden geld aan Europa
       - Stopte de leningen en wil dat er terugbetaald wordt...



Slide 8 - Diapositive

Het laatste zetje
  • De crisis slaat over naar Duitsland en komt daar extra hard aan!
        - Duitsland leende enorme bedragen om schulden te betalen en het land te besturen.
        - Amerika stopt met geld lenen en wil geld terug!

  • Gevolg:
       - 16% van alle Duitsers werkeloos
       - Honger door heel Duitsland
       - Gigantische armoede

  • Tweede keer in 6 jaar tijd dat Duitsland op de rand van de afgrond staat
  • Duitsers beginnen weer te verlangen naar vroeger, onder leiding van sterke leiders!




Slide 9 - Diapositive

Hoe zorgde de crisis in Duitsland ervoor dat mensen weer een sterke leider wilden?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

De NSDAP
  • De economische en politieke onrust komen in Duitsland tot het kookpunt.
       - Ontstaan van extreem linkse en extreem rechtse groepen.
       - Bieden een alternatief voor de ‘falende’ democratie.
  • Op extreem rechts winnen de Nationaalsocialisten van de NSDAP aan terrein.
       - Duits: Nationaal-Sozialist
       - Leunen op dolkstootlegende en internationale complotten.
       - Leider: Adolf Hitler.
  • 8 november 1923 proberen de Nazi’s een staatsgreep te plegen in München.
  • Bierkellerputsch, vrij vertaald de Bierkelder-staatsgreep.
  • Mislukt, Hitler en zijn aanhangers worden veroordeeld tot gevangenisstraffen. 


Slide 12 - Diapositive

Uit de gevangenis
  • In 1924 wordt Hitler uit de gevangenis vrijgelaten
  • Wel is de NSDAP verboden!

  • Hitler weet zijn partij ondanks dat deze verboden is toch weer nieuw leven in te blazen.
  • Drie punten waar Hitler op blijft hameren: 
      - Weg met het Verdrag van Versailles



      - Weg met de democratie van de Weimar-Republiek
      - Weg met de werkeloosheid. 

  • Door propaganda, vurige toespraken en inzet van zijn knokploegen (SA) zorgen dat Hitler enorm groeit in populariteit. 

Slide 13 - Diapositive

In 1929 breekt de wereldcrisis uit. Hoe zou deze crisis Hitler kunnen helpen meer aanhangers te krijgen?

Slide 14 - Question ouverte

Minister-president
  • In 1929 breekt de wereldcrisis uit.
  • Hitler weet gebruik te maken van deze misère.
       - Geeft de communisten en joden de schuld van de crisis in Duitsland!
       - Zegt dat democratie geen oplossingen biedt!
       - Maakt in vurige toespraken mooie beloftes!

  • Bij de verkiezingen van 1932 komt Hitler als winnaar uit de bus
        - Heeft 37% van de Duitse stemmen!
  • In januari 1933 wordt Hitler benoemd als Rijkskanselier
        - Mag de regering maken en ministers kiezen.
  • Laat meteen het parlement ontbinden en schrijft nieuwe verkiezingen uit!



Slide 15 - Diapositive

Waarom zou Hitler nieuwe verkiezingen uitschrijven als hij al de grootste was?

Slide 16 - Question ouverte

De Rijksdagbrand
  • Op 27 februari 1933 vindt de Rijksdagbrand plaats
       - Aangestoken door de Nederlandse communist Marinus van der Lubbe 

  • Hitler roept dat dit het begin is van een communistische revolutie.
       - Moet met ijzeren vuist worden neergeslagen!

  • Meteen worden door de Nazi’s al acties ondernomen tegen de communisten!
  • De volgende dag kondigt Hitler de noodtoestand af!
        - Vrijheden werden opgeschort en de communistische partij werd verboden!




Slide 17 - Diapositive

Volmacht over Duitsland
  • Hitler gebruikt de Rijksdagbrand om stemmen te winnen bij de kiezers!
       - Schakelt de communisten uit door de Rijksdagbrand
       - Trekt kiezers naar zich toe!
  • Bij de verkiezingen in maart ’33 haalt Hitler met de NSDAP 44% van de stemmen!
       - Is alleen geen meerderheid in het parlement

  • Hitler wil een noodtoestand uitroepen.
       - Heeft daarvoor 2/3 van de stemmen nodig
  • Door intimidatie in het parlement weet Hitler het parlement mee te krijgen.
  • Trekt de macht naar zich toe, effectief einde van de democratie.




Slide 18 - Diapositive