3.9 hoofdletters en 4.9 leestekens (les 1 t/m 3)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek deel A
  
• je leesboek  (helaas... fotograaf)
• je iPad (dicht)

Les 1

Planning

• Weektaak vorige week => quizje
• Herhalen hoofdletters
• Aan de slag
• 14.30 uur toilet, 14.40 uur fotograaf 

Zij ...(geloven) mij niet.

1. gelooft
2. geloofd
3. geloofdt
4. looft

Ik was echt .... (verbazen),
toen je dat zei.

1. verbaast
2. verbaasd
3. verbaazd
4. verbaazt

Hij heeft die jongen weer ... (stompen).

1. gestompt
2. gestompd
3. gestomt
4. gestomd

De .... (maken) afspraak geldt nog steeds.

1. maken
2. makende
3. gemaakte
4. gemaakde

De schapen lopen .... (grazen)
in de wei.

1. graast
2. grazend
3. grazent
4. grazen

.... (worden) wakker!

1. word
2. wordt
3. worddt
4. worden

Eindelijk was het lang .... (verwachten)
weekend aangebroken.

1. verwachtte
2. verwachte
3. verwachten
4. verwachtten

De aan dit werk .... (besteden)
tijd moet niet als verloren worden beschouwd.

1. besteede
2. bestede
3. besteedde
4. bestedde

De dames keken naar de schitterend .... (verlichten) etalages.

1. verlichte
2. verlichtte
3. verlichtde
4. verlichtende

Het is toch ongelooflijk; dit ...(gebeuren) mij nu altijd!

1. gebeurtd
2. gebeurd
3. gebeurdt
4. gebeurt

Hij ... (wachten) gisteren op de bus.

1. wachte
2. wacht
3. wachtte
4. wachtten

Tegenwoordig deelwoord (p. 237)

De handeling is nog bezig => hele werkwoord +d

Terwijl ze aan het lachen waren, liepen ze de klas in.

Lachend                                                  liepen ze de klas in.

Bijvoeglijk gebruikt: De lachende leerlingen liepen de klas in.

HOOFDLETTERS (p. 238/239)

• Je begint iedere zin met een hoofdletter. Tenzij: 
• Eigennamen (straten, talen, aardrijkskundige namen)
• Feestdagen en merknamen schrijf je met een hoofdletter. 

Tenzij: 

• Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.
  

100 activisten

's Nachts

Hij heeft alzheimer.

Hij eet Turkse pizza.

afleiding/samenstelling met feestdagen

Namen met tussenvoegsel

• Op de bank zat meneer De Vries.
• Mevrouw K. de Vries zat op een stoel.
• Kees van Putten is getrouwd met hun dochter.
• Zij heet mevrouw Van Putten-de Vries.
• Maar ze noemt zichzelf Melanie van Putten.

Werkmoment

Les 1:

• Maken 3.9: 1a, 4, 5 en 8
• Kijk na en verbeter!

Ik check Test Jezelf 2.9 (huiswerk)

Volgende les 

ook B-boek mee!

Afsluiting

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek deel A en B
  
• je leesboek 
• je iPad (dicht)

Les 2

Planning

• Uitleg 4.9
• Aan de slag
  
• Afsluiting van de les

VD en TD als BN (p. 72/b-boek)

• VD zo kort als uitspraak dat toelaat
• bepaal is het pv verleden tijd of bijvoeglijk naamwoord

De lamp verlichtte de kamer / De verlichte kamer

ik-vorm: verlicht                                            bijvoeglijk naamwoord

verleden tijd => + te

Overige leestekens (p. 74)

• Accent: leerwoorden => cliché, barrière, enquête
• Trema: vanwege de uitspraak => havoer
• Apostrof: Dennis' rugzak, vmbo'er

havo => spreek uit als woord

vmbo => spreek uit als losse letters 

Weglatingsstreepje (p. 75)

• Weglatingsstreepje: bij herhalende samenstelling, kun je het herhalende woord weglaten.

dinsdagochtend en dinsdagavond =>

                                                                          dinsdagochtend en -avond

maandagochtend en dinsdagochtend => 

                                                                      maandag- en dinsdagochtend

Koppelteken (p. 75)

• Koppelteken: voor uitspraak in samenstellingen

stage-uren, na-apen

Koppelteken bij  nog veel meer => zie lijst op p. 76

 

Geen samenstelling? Dan een trema. Reünie.

samenstelling?

twee zelfstandige woorden aan elkaar

Leestekens (p. 74/75)

Dicteewoorden pagina 77 volgen bepaalde regels.

Zet de dicteewoorden bij de juiste regel.

Werk in tweetallen.

Werkmoment

Les 1:

• Maken 3.9: 1a, 4, 5 en 8

Les 2:

• Maken 4.9: 1a, 3, 4, 7 en 9
• Kijk na en verbeter!

Afsluiting

Volgende les:

• Weektaak afmaken Les 3: Test jezelf 3.9 en 4.9
• Uitleg fictie speeddates

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek deel A en B
  
• je leesboek 
• je iPad (dicht)

Les 3

Reisjes

• Tweede keus opgeven
• Telefoongebruik

Planning

• Weektaak afronden
• Uitleg fictie speeddates
• Afsluiting van de les

Werkmoment

Les 2:

• Maken 4.9: 1a, 3, 4, 7 en 9
• Kijk na en verbeter!

Les 3:

• Maak Test jezelf 3.9 en 4.9
• Gebruik de dicteewoorden uit de paragraaf