Les 2 Betrouwbaarheid en bruikbaarheid

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les ...

- kun je jezelf 5 vragen stellen om te bepalen of een tekst betrouwbaar is. 

Slide 2 - Diapositive

Informeren
Instrueren
betogen/
overtuigen
Overhalen/
activeren
Beschouwen/
opiniëren
Amuseren
Nieuwsbericht
Gebruiksaanwijzing
Speelfilm
Reclame
Forumbijdrage op internet
Discussie

Slide 3 - Question de remorquage

Wat is de hoofdgedachte van een tekst? Waar vind je deze in de tekst?

Slide 4 - Question ouverte

Waar kijk je, onder andere, naar om te kijken of een tekst betrouwbaar is?
A
Of de bron op social media zit
B
Of de tekst een titel heeft
C
Of de schrijver volwassen is
D
Of een tekst actueel is

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Opdr. 3 Bekijk het filmpje. Hoe komt het dat het tegenwoordig zo moeilijk is om onderscheid te maken tussen nepnieuws en echt nieuws?
A
Mensen vinden dat ze genoeg informatie krijgen, maar willen geen tijd besteden aan het controleren van feiten.
B
Onze hersenen zijn niet aangepast op de grote hoeveelheid informatie die we tegenwoordig binnenkrijgen.
C
Er zijn tegenwoordig zo veel informatiestromen, dat het niet meer te controleren valt of iets nepnieuws of echt nieuws is.

Slide 12 - Quiz

Volgens Margriet zijn onze hersenen eigenlijk lui. Wat is daarvan het gevolg?
A
Als we de informatie herkennen en het goed voelt, geloven we het al snel.
B
We denken niet meer na over de informatie die we krijgen en geloven alles.
C
Omdat we denken dat we alles al weten en kennen, voelen we ons beter.

Slide 13 - Quiz

Sonia vertelt dat ze slachtoffer is geworden van nepnieuws over een 5G-mast. De makers van dat nepnieuws wisten Sonia vooral te overtuigen door
A
heel veel feiten te noemen.
B
veel mensen erover te laten vertellen.
C
in te spelen op haar emoties.

Slide 14 - Quiz

Margriet noemt vervolgens nog een manier waarop makers van nepnieuws je makkelijk laten geloven dat nieuws waar is. Welke?
A
iets wat heel moeilijk te begrijpen is, heel uitgebreid uitleggen.
B
laten zien dat toeval niet bestaat en dat overal een verklaring voor is.
C
een simpele verklaring geven voor dingen die om je heen gebeuren.

Slide 15 - Quiz

Sonia zegt: ‘Je denkt, als ik iets op video zie, dan klopt het, want ik zie het met mijn eigen ogen.’
Hoe laten de makers van het filmpje zien dat dat niet zo is?

Slide 16 - Question ouverte

Wat wil Margiet aantonen met het voorbeeld van het tennisracket en de bal?
A
hoe makkelijk het is om mensen te beïnvloeden door ze een goed gevoel te geven
B
hoe je door snel denken en handelen kunt vaststellen of je iets kunt geloven of niet.
C
hoe je mensen kunt laten denken dat iets waar is, door ze af te leiden met iets anders.

Slide 17 - Quiz

Aan het eind van het filmpje geven Sonia en Margriet allebei een tip.
Noteer ze beide.

Slide 18 - Question ouverte

Welke 5 vragen stel je jezelf om te bepalen of een tekst betrouwbaar is?

Slide 19 - Question ouverte