Negatieve getallen


Negatieve getallen
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


Negatieve getallen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke getallen zijn negatief?
A
-12
B
9
C
O
D
-5

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  • Je weet wat negatieve getallen zijn.

  • Je snapt de waarde van negatieve getallen.

  • Je kunt negatieve getallen op een getallenlijn plaatsen.

  • Je kunt optel- en aftreksommen met negatieve getallen oplossen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Negatieve getallen 'in het echt'
Negatieve getallen kom je in de dagelijkse praktijk best vaak tegen.
Bijvoorbeeld:
  • Als het vriest is het een negatief aantal graden Celsius.
  • Als je rood staat op de bank heb je een negatief aantal euro's.
  • De hoogte onder de zeespiegel is een negatief aantal meters.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De waarde van negatieve getallen
Negatieve getallen (min-getallen) zijn getallen onder 0.
De waarde kan je goed zien op een getallenlijn.




Hoe meer naar rechts een getal staat, hoe hoger de waarde.
Hoe meer naar links een getal staat, hoe lager de waarde.

Slide 8 - Diapositive

Dus hoe groter een negatief getal, hoe minder het waard is!

Rekenen met negatieve getallen
Denk aan de getallenlijn. Dan zie je welke kant je op moet rekenen:
min
is naar links (de waarde wordt lager),
plus
is naar rechts (de waarde wordt hoger).
Bijvoorbeeld
-6 + 2 = -4
3  - 5 = -2
  


Slide 9 - Diapositive

Op dit niveau oefenen de leerlingen nog niet met het optellen en aftrekken van negatieve getallen (bijvoorbeeld
6 - -2 of 6 + -2).
- x - =+                       - x + = -
-3-(-5)=-3+5=2           -3-(+5)= -3-5=-8    
+ x + =+                      + x - = - 
-3+(+5)= -3+5=2         -3+(-5)=-3-5=-8

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

15 - 20
A
5
B
-5
C
35
D
-35

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

60 + 20
A
80
B
-80

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

-50 - 20
A
70
B
-70

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

-12 + 8
A
4
B
-4
C
-20
D
20

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

-26 - 4
A
30
B
-30

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

-35 + 45
A
10
B
-10

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

50 - 40
A
10
B
-10

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

-35 + 15
A
20
B
-20

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

-40 + 60
A
20
B
-20

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Optellen negatieve getallen.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optellen negatieve getallen.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optellen met negatieve getallen.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optellen met negatieve getallen.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optellen met negatieve getallen.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optellen met negatieve getallen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een lift staat op de −3 verdieping en gaat 2 verdiepingen verder naar beneden. Op welke verdieping is de lift nu?
A
-1
B
5
C
-5
D
3

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het is −5∘C in de ochtend. Later zakt de temperatuur met −7∘. Wat is de temperatuur nu?
A
-2
B
-12
C
12
D
2

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


De temperatuur buiten is −8∘C , en het wordt 5∘C warmer. Wat is de nieuwe temperatuur?
A
-13
B
3
C
-3
D
0

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet hoe ik moet rekenen met negatieve getallen
Jazeker!
Een beetje
Niet echt
Helemaal niet

Slide 33 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond je deze les?
0100

Slide 34 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions