Les 1 formuleren (volledige zinnen)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en begin aan de startopdracht.

Startopdracht: lees in je leesboek

- Lesboek Nieuw Nederlands

- Leesboek

- Schrift en pen

Jeugdjournaal

Bedenk 2 inhoudelijke vragen

(waarop je zelf het antwoord ook weet)

Wat gaan we doen?

1. Lesdoel en mededelingen

2. Terugblik

3. Herhalen

4. Aan de slag

5. Huiswerk en evaluatie

Mededelingen

Zijn er dingen die ik moet weten? 

Lesdoel

Ik heb een overzicht van alles wat ik moet leren over werkwoordspelling dit jaar.

Huiswerk bespreken

Is Numo gelukt bij iedereen?

Paragraaf 8

Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Blz. 232

Paragraaf 9

Zwakke en sterke werkwoorden

Blz. 234

Paragraaf 10

Blz. 236

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd: hoe schrijf je die?

Paragraaf 11

De persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen, hoe doe je dat?

Paragraaf 12

Blz. 240

Onregelmatige werkwoorden

Lesdoel

Ik kan volledige zinnen maken.

Zinnen-estafette

- Elk groepje krijgt een setje kaartjes.

- De groepjes hebben 2 minuten om met deze woorden een volledige en correcte zin te maken.

- Het groepje schrijft de correcte zin op.

- We wisselen de kaartjes. 

Bespreken van de opdracht

Wat waren de correcte zinnen?

Hoe kon je snel correcte zinnen maken?

• De kat sprong op tafel, maar gleed meteen uit!

• Waarom regent het altijd als ik naar school moet?

• Mijn beste vriend lachte zo hard, dat iedereen in de klas meekeek.

• In de verte hoorde ik iemand roepen, maar ik zag niemand.

• Zou jij in een spookhuis durven slapen?

• Heb jij ooit zo'n rare vogel gezien?

Formuleren

Blz. 214

- Elke zin heeft een onderwerp en een persoonsvorm.

- Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met en leesteken.

Aan de slag

- Werk in stilte

- Maak: opdr. 1 t/m 5 van blz. 214-215

- Vragen? Steek je vinger op

 - Klaar? Werk in Numo aan je taak.

Huiswerk

opdr. 1 t/m 5 van blz. 214-215

Lesdoel

Ik kan volledige zinnen maken.

Evaluatie

Wat heb je geleerd deze les?

Wat ging er goed?

Wat kan beter?