BS5.4: De ogen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

BS5.4: De ogen

Lesdoel:

Je kunt de delen van de ogen benoemen met hun functie.

Buitenkant oog

Harde oogvlies: het witte deel van je oog

Iris: het gekleurde deel van je oog

Pupil: zwarte gat in de iris

Hoornvlies: beschermlaag over de iris en de pupil

Glasachtig lichaam

Doorzichtige gelei in het oog.

Is namelijk niet hol!

Wand

- Harde oogvlies (vorm)

- Vaatvlies (doorbloeding)

- Netvlies (zien)

In het netvlies zitten de zintuigcellen die licht opvangen

Netvlies

Precies achter de lens de 

gele vlek: hier zitten de meeste zintuigcellen, dus scherpste beeld

Waar de zintuigcellen hun info doorgeven aan zenuwen, moeten de zenuwen ook het oog uit kunnen: de blinde vlek

Meer en minder licht op het netvlies voor als het donker wordt, of juist lichter.

= pupilreflex

.

Lens

Laat het licht door, zodat het op het netvlies kan vallen.

Zorgt ervoor dat je scherp kunt zien!

Hoe dan?

Het licht moet precies op het netvlies kruizen, anders zie je niet scherp

Werking oog

Vragen?

Normaal gesproken doet de lens dit zelf door hol en bol te worden. Soms niet: bril nodig

Correctie van het oog

Correctie van het oog met behulp van een lens:

Bijziend

Dichtbij goed zien, veraf niet.

Holle lenzen

Verziend

Veraf goed zien, dichtbij niet

Bolle lenzen

Hoe zie je diepte?

• diepte zie je doordat je met

twee ogen kijkt

• rechteroog zie je iets anders

dan linkeroog

• hersenen voegen deze

beelden samen

• diepte zien is noodzakelijk

bij het inschatten van
afstand

diepte zien = 3D kijken

Zelfstandig werken

BS5.3, opdracht 2, 3, 4, 5 en 7 maken

Via de digitale methode!