M - H 4 - Paragraaf 1

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Koppelen Digitale methode
Stap 1. Pak je Ipad
Stap 2. Ga naar Magister
Stap 3. Ga naar Leermiddelen
Stap 4. Ga naar Natuurkunde NOVA Max
(Mogelijk) Stap 5. Log in en Activeer de methode
Stap 6. Voer de volgende klascode in:
523080

Slide 2 - Diapositive

Maar eerst!

Wat weet je al?

Slide 3 - Diapositive

Thuis gebruik je verschillende elektrische apparaten.

Wat is géén elektrisch apparaat?
A
De televisie
B
De verlichting
C
De radio
D
De verwarming

Slide 4 - Quiz

Ook in de natuur kun je elektriciteit tegenkomen.

Welk verschijnsel heeft met elektriciteit te maken?
A
Bliksem
B
Donder
C
Licht van de zon
D
Warmte van de zon

Slide 5 - Quiz

Een lampje kun je laten branden door het op een batterij aan te sluiten.

Welke opmerking over de batterij is waar?
A
Een batterij heeft een plus pool
B
Een batterij heeft een min pool
C
Een batterij heeft een plus en een min pool

Slide 6 - Quiz

Stroomdraden worden vaak van koper gemaakt.

Waarom worden stroomdraden van koper gemaakt?
A
Koper kan je moeilijk buigen
B
Koper laat stroom makkelijk door
C
Koper laat stroom moeilijk door

Slide 7 - Quiz

Om stroomdraden zit een plastic isolatielaag.

Waarom zit die isolatielaag er?
A
Omdat de draden warm worden
B
Om je te beschermen tegen een schok
C
Plastic laat stroom makkelijk door

Slide 8 - Quiz

Reken om
300 mA = ___________ A

Slide 9 - Question ouverte

Reken om
0,05 A = ___________ mA

Slide 10 - Question ouverte

Een spanningsbron levert elektrische spanning. Iedere bron levert een andere spanning.
Het stopcontact levert een spanning van __________ volt.
De accu van een vrachtauto levert een spanning van _____________ volt.
Een batterij levert een spanning van ___________ volt.
1,5
240
24

Slide 11 - Question de remorquage

De LED-lamp op je fiets heeft maar één batterij nodig om fatsoenlijk te kunnen branden.
Wat gebeurt als je dit LED-lampje aansluit op de accu van een auto?
A
Het lampje brandt door
B
Het lampje brandt zoals altijd
C
Het lampje brandt feller
D
Het lampje brandt zwak

Slide 12 - Quiz

Je hebt de keuze uit een lamp van 5 watt en een van 15 watt.

Welke uitspraak is waar?
A
De lamp van 5 watt verbruikt minder energie
B
De lamp van 15 watt verbruikt minder energie

Slide 13 - Quiz

Je hebt de keuze uit een lamp van 5 watt en een van 15 watt. Op beiden staat evenveel spanning.

Welke uitspraak is waar?
A
De lamp van 5 watt geeft meer licht
B
De lamp van 15 watt geeft meer licht

Slide 14 - Quiz

In je smartphone zit een batterij. Na enige tijd moet je die weer opladen.

Wanneer raakt je batterij het snelste leeg?
A
Als je muziek luistert
B
Als je chat met vrienden
C
Tijdens TikTok
D
Als je de zaklamp aan hebt staan

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Paragraaf 1: Een stroomkring maken

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Elektriciteit moet altijd helemaal rond kunnen  stromen door een stroomkring

Als je een stroomkring onderbreekt, dan kan de elektriciteit niet meer stromen!

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Een schakelaar kan een stroomkring makkelijk openen en sluiten

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive