woordenschat H3 + H4 2havo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

woordenschat H3 

Doel: je weet wat vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen zijn.

vul in:

1. ... behulp ...
2. ... betrekking ...
3. ... grond ...
4. ... gevolge ...
5. ... gelegenheid ... 

wat is de betekenis van:

1. namen het initiatief
2. behoeften
3. uitgeloofd
4. aangestuurd
5. gespekt 

kijk opdr. 3 + 4 na

H4 - blz.114

Doel: je leert over rijmende uitdrukkingen

rijmende uitdrukkingen

Ga naar de startopdracht.

rijmende uitdrukkingen

In veel uitdrukkingen staan woordparen. Als deze woorden op elkaar rijmen, spreken we van rijmende uitdrukkingen.

- beginrijm: voor dag en dauw

- eindrijm: met hand en tand

Let op: De volgorde van deze woordparen mag je niet veranderen!

Maak opdr. 1 + 2

woordenschat H4- les 2

Doel: Je weet de betekenis van rijmende uitdrukkingen

programma

• mededelingen
• opwarmertjes
• nakijken antwoorden
• Maken: opdr. 3 en 4
• Leer de theorie van woordenschat H1 t/m 4 

Vul aan

- Baat het niet, dan ...  het niet.

- Tegen heug en ... je bord leegeten.

- Ik erger me altijd groen en  ...  aan mijn ouders.

- De arme man had kind nog  ... om op terug te vallen.

weet je dit nog:

Kies uit vergelijking, metafoor, personificatie.

1. De zon doet zijn best tevoorschijn te komen.

2. Die engel van hiernaast bracht een pan soep toen ik ziek en alleen thuis was.

3. Zullen we die olifant eens gaan beklimmen?

maak opdr. 3 en 4

Duur: 20 minuten