Les 10 - 8 oktober 2024

Socialiseren
Je werkt op je laptop of in je boek/schrift.
timer
5:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Socialiseren
Je werkt op je laptop of in je boek/schrift.
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Lesopbouw
  • Lezen hoofdstuk 2 eventueel oefentoets bespreken
  • Lezen hoofdstuk 3 
  • Leerdoelen
  • Korte instructie
  • Opdrachten digitaal/boek
  • Afsluiting les 
  • Opruimen

Slide 2 - Diapositive

Oefentoets hfdst. 2
Je kunt de behaalde scores inzien (digitaal toetsen). 
Kijk wat je goed en fout gedaan hebt.

Stel vragen wanneer je iets niet begrijpt? 

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel lezen hfdst. 3

  • Je kunt een onderscheid maken tussen feiten en meningen.
  • Je kunt een onderscheid maken tussen standpunten en argumenten. 

 

Slide 4 - Diapositive

Feiten, meningen en argumenten
!

Slide 5 - Diapositive

Korte instructie
Video met uitleg

Slide 6 - Diapositive

Feiten en meningen

Feit
Uitspraak die waar of niet waar kan zijn, is controleerbaar. 


Mening  (of standpunt)

Een mening is iets wat iemand vindt. Een mening kan veranderen.

Slide 7 - Diapositive

Argumenten/standpunt

Argument
Met een argument legt iemand uit waarom hij een bepaalde mening heeft. 

Signaalwoorden voor argumenten zijn: want, omdat, namelijk.


Standpunt (een bepaald standpunt innemen)

Waarom je een bepaalde mening hebt; gebruik je meer tijdens discussies of debatten. 


Slide 8 - Diapositive

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen heb ik een afspraak bij de tandarts.

Slide 9 - Question ouverte

Staat hier een feit, mening of argument?

, omdat hij goede punten heeft.

Slide 10 - Question ouverte

Feit, mening of argument?

De zon schijnt vandaag.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz

Feit, mening, of argument?

School is saai.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Feit, mening of argument

, omdat ze zo leren verantwoordelijkheid te nemen.
A
Feit
B
Argument
C
Mening

Slide 13 - Quiz

Feit, mening of argument?

De toets was lastiger dan ik had verwacht.

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quiz

Feit, mening of argument?

Koken is moeilijk.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 15 - Quiz


Feit, mening
of argument?


A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 16 - Quiz


Feit, mening of argument?
Sporten is het leukste wat er is.

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 17 - Quiz

Feit, mening of argument?

Mijn broertje is een onuitstaanbare treiterkop.

A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 18 - Quiz

Feit, mening of argument?

, want ik verdien te weinig bij de Jumbo.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 19 - Quiz

Boek blz. 68 t/m 73

Lees de theorie (groene stukje)
nog eens goed door. 
Opdrachten:
Maak de opdrachten. 

Je ziet vanzelf wanneer je klaar bent of nog extra opdrachten kunt maken. 

Slide 20 - Diapositive

Evaluatie les
Korte herhaling:
feiten, meningen en argumenten. 

Slide 21 - Diapositive

Opruimen
Schuif je stoel aan.
Wachten op de bel. 

Telefoon blijft uit het zicht. 


Slide 22 - Diapositive