Les 9 - Explosies

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom

1. Pak je spullen.
   
2. Maak opdracht 35 van hoofdstuk 3.
3. Klaar? Lees dan blz. 68 t/m 71 van je lesboek.

1 g aardgas reageert met precies 2 g zuurstof. Je laat 25 g aardgas reageren met 35 g zuurstof.
Wat blijft er na deze reactie over?

1. 7,5 g aardgas
2. 15 g zuurstof
3. 24 g aardgas
4. 34 g zuurstof

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat met het reactiefront van een explosie bedoeld wordt, en wanneer we spreken van een detonatie
  

• Je kunt kort uitleggen wat de voor en nadelen zijn van het gebruik van dynamiet (nitroglycerine), TNT en Semtex (PETN). (zelf lezen)

Planning

• Zelfstandig werken (10 min)
• Herhalen vorige les (5 min)
• Uitleg (15 min)
  
• Zelfstandig werken (10 min)
  
• Oefenen (10 min)
• Zelfstandig werken (10 min)

Explosies

Explosies

Explosie

• Een reactie waarbij in heel korte tijd gasvormige producten ontstaan die een veel groter volume innemen dan de oorspronkelijke stof.

Explosieven

Explosieven worden gekenmerkt door

• de hoeveelheid energie die vrijkomt per kilo materiaal 
  
• de hoeveelheid energie die moet worden toegevoegd om de explosie te laten beginnen 
  
• de snelheid van de voortplanting van het reactiefront 

• 0:46
• 1:14

Detonatie

• Het reactiefront verplaatst zich sneller dan het geluid.

Zs

1. Lees blz. 68 t/m 71
2. Maak de opgaven van 3.4
3. Maak de opgaven van 3.3 die je nog af moet maken

Opdracht 37

Zf

1. Maak de opgaven van 3.4
2. Maak de opgaven van 3.3 die je nog af moet maken
3. Maak de paarse opgaven.

Wat zijn voor je gevoel de belangrijkste 2 dingen die je deze les hebt geleerd?

Volgende les

Eindquiz

Huiswerk: Opgaven van hoofdstuk 3.3