Economisch bekeken - H1.5. De bank betaalt - GT

1.5. De bank betaalt KGT
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.5. De bank betaalt KGT

Slide 1 - Diapositive

ANTWOORDEN TOEPASSINGSVRAGEN H1.4

7.
      A. € 550,- per maand
          B. € 1.115,95 per maand x 3 maanden = € 3.347,85 per 3 maanden
          C. € 34,96 / 8 uren = € 4,37 per uur. Uit de tabel kun je aflezen dat
               Nick 18 jaar is.

8.

Slide 2 - Diapositive

ANTWOORDEN TOEPASSINGSVRAGEN H1.4
9.      A. Veel klanten van de bank voelen zich niet op hun gemak bij iemand 
               die zich zo presenteert.
          B. Eigen antwoord

10.    A. Nee, ze mag maar twee uur per dag werken.
          B. Ja, ze werkt niet meer dan zeven uur per dag, 35 uur per week en
               4 weken in de vakantie.
          C. Jorn mag maximaal 4 weken lang 35 uren per week werken.
               4 weken x 35 uren = 140 uren
               140 uren x €2,- per uur = € 280,- 💰
         D. Als hij meer dan drie keer per week of 24 keer per jaar moet optreden.
                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                             

Slide 3 - Diapositive

ANTWOORDEN TOEPASSINGSVRAGEN H1.4
11.     A. Vroeger was er geen behoefte aan een minimumjeugdloon voor|
                 13- en 14 jarigen, omdat ze niet mochten werken.
            B. Nee, zolang ze maar ten minste het minimumjeugdloon|
                 verdienen.
            C. Eigen antwoord

Slide 4 - Diapositive

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • verschillende redenen noemen om te sparen;
  • uitleggen wat rente is;
  • uitleggen hoe banken geld verdienen;
  • rente berekenen.
Wat gaan we leren?

Slide 5 - Diapositive

Spaar jij? Zo ja, waarvoor?

Slide 6 - Diapositive

  • Sparen voor een grote uitgave

  • Sparen voor een onverwachte 
      uitgave

  • Sparen voor de rente
Waarom sparen mensen?

Slide 7 - Diapositive

Sparen levert rente op. Rente is een beloning voor het sparen. Rente wordt ook wel interest genoemd.

De hoogte van de beloning (rente) is afhankelijk van:
  • het rentepercentage.
  • de hoogte van het spaarbedrag.
  • hoelang je al geld hebt staan op je spaarrekening.
Wat levert sparen op?

Slide 8 - Diapositive

Heeft sparen voor rente nog zin?

Slide 9 - Diapositive

rente
Je hebt € 1.000,- op je spaarrekening staan. Je krijgt 4% rente van de bank. Hoeveel euro rente krijg je aan het eind van jaar 1? 

  • Hoe reken je dit uit?
OPDRACHT

Slide 10 - Diapositive

rente
Je hebt € 1.000,- op je spaarrekening staan. Je krijgt 4% rente van de bank. Hoeveel euro rente krijg je aan het eind van jaar 1? 

  • Stap 1: Reken 1% uit!
    Spaarbedrag : 100 =  Uitkomst (1%)
  • Stap 2: Vermenigvuldig met het gegeven rentepercentage 
  • Uitkomst stap 1 x rentepercentage =  rentebedrag
  • Oplossing
  • € 1.000 / 100 x 4% = € 40,-
ANTWOORDEN

Slide 11 - Diapositive



Spaarrekening
  • Geen vast rentepercentage
  • Geen vaste looptijd
  • Opnemen en storten is
      altijd mogelijk


Spaardeposito
  • Vast rentepercentage
  • Vaste looptijd
  • Opnemen en storten tijdens
     de looptijd niet mogelijk        
Spaarvormen
Flexibel!
Je kan altijd bij je geld!
Niet flexibel!
Je kan pas bij je geld na de looptijd!

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken toepassingsvragen 6 t/m 13 van hoofdstuk 1.5 de bank betaalt op bladzijde 26 en 27.
  • Maken rekentrainer H1.5

Huiswerk

Slide 13 - Diapositive