oefenen met morfemen

Uit hoeveel morfemen bestaat het woord
LUGUBER
A
1
B
3
C
2
D
4
1 / 26
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Uit hoeveel morfemen bestaat het woord
LUGUBER
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 1 - Quiz

Wat voor woord is
LUGUBER
A
ongeleed woord
B
geleed woord

Slide 2 - Quiz

Uit hoeveel morfemen bestaat het woord
EMMERTJE
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

Wat voor woord is
EMMERTJE
A
ongeleed woord
B
geleed woord

Slide 4 - Quiz

Wat voor soort is Emmertje nog meer?
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 5 - Quiz

Welke morfemen zitten er in Emmertje

Slide 6 - Question ouverte

Uit hoeveel morfemen staat het woord
bureaustoel
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Wat voor woord is
bureaustoel
A
ongeleed woord
B
geleed woord

Slide 8 - Quiz

Wat voor soort is bureaustoel nog meer?
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 9 - Quiz

Welke morfemen zitten er in bureaustoel?

Slide 10 - Question ouverte

Uit hoeveel morfemen bestaat het woord
rondleiding
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

Wat voor soort woord is
Rondleiding
A
ongeleed woord
B
geleed woord

Slide 12 - Quiz

Wat voor soort woord is rondleiding nog meer?
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 13 - Quiz

Welke morfemen zitten er in het woord rondleiding

Slide 14 - Question ouverte

Uit hoeveel morfemen bestaan het woord
wandelaars
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quiz

Wat voor woord is
wandelaars
A
geleed woord
B
ongeleed woord

Slide 16 - Quiz

Wat is het woord wandelaars nog meer?
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 17 - Quiz

Welke morfemen zitten er in het woord wandelaars?

Slide 18 - Question ouverte

Uit hoeveel morfemen bestaat het woord
examenperiodes
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

Wat voor woord is
examenperiodes
A
geleed woord
B
ongeleed woord

Slide 20 - Quiz

Wat voor woord is examenperiodes nog meer?
A
afleiding
B
samenstelling
C
allebei

Slide 21 - Quiz

Welke morfemen zitten er in het woord
examenperiodes

Slide 22 - Question ouverte

Het woord viervoeters bestaat uit hoeveel morfemen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz

Uit hoeveel morfemen bestaat het woord tafellakens?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quiz

Wat voor woord is
tafellakens?
A
geleed woord
B
ongeleed woord

Slide 25 - Quiz

Welk woord bestaat uit 1 morfeem
A
kinds
B
schools
C
schaars

Slide 26 - Quiz