Customer Journey - Periode 1 - Week 4.1

Customer Journey
Leerjaar 1 | 2023-2024
Periode 1 | Week 4
Les 1
Docenten
Astrid Hartmann & Liza Bakhuis
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
Customer JourneyMBOStudiejaar 2-4

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Customer Journey
Leerjaar 1 | 2023-2024
Periode 1 | Week 4
Les 1
Docenten
Astrid Hartmann & Liza Bakhuis

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

🤝 Samenwerken doen we zo

🚰 Drinken mag, eten doe je buiten het lokaal.

🕘 Kom op tijd. Deur dicht? Na 30 minuten mag je de les in.

📵 Telefoon weg in je jas of tas, tenzij de docent anders aangeeft.

📚 Tas van tafel en jas uit. Pak na binnenkomst meteen je lesmateriaal. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

✅ Presentie: Fijn dat je er bent! 😀👍

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

📚 Lesmateriaal
Inspelen op de customer journey
Sarphati Commercie
ISBN 9789037264463

Zowel boek als digitale leeromgeving.

Belangrijk:
Zorg dat je iedere les je boek bij je hebt!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

🚀 LessonUp 
1. Ga naar LessonUp.app
2. Log in met de code van de les


Even weer je geheugen testen! 🧠
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke P's ken je nog vanuit de marketingmix?

Slide 6 - Carte mentale

Verkopen aan andere bedrijven of instellingen met als doel om winst te maken.
Commercie betekent
A
Verkopen aan andere bedrijven of instellingen met als doel om winst te maken
B
Inkopen en zo voordelig mogelijk weer verkopen aan consumenten
C
Verkopen aan consumenten en bedrijven of instellingen om zoveel mogelijk omzet te halen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een taak en een functie?
A
Een taak heeft een aantal functies. Taak is dus een ruimer begrip dan functie.
B
Een functie bestaat uit een aantal taken. Functie is dus een ruimer begrip dan taak.
C
Taken kan een medewerker zelfstandig uitvoeren, een functie uitvoeren kan alleen na een functioneringsgesprek.
D
Naar een takenpakket kun je solliciteren, naar een functie niet.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De klantreis staat voor
A
Bestaat uit alle contacten die een organisatie met klanten onderhoudt
B
Bestaat uit alle marketingactiviteiten die een organisatie uitvoert
C
Bestaat uit alle opeenvolgende online en offline contacten die een klant heeft met een aanbieder
D
Bestaat uit alle online en offline momenten die een aanbieder in de marketingmix heeft opgenomen.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

📋 Deze week
Les 1:
- Bespreken hoofdstuk 2.1 en 2.2
- Opdrachten 1 t/m 5 maken. Daarna klassikaal bespreken.

Les 2:
- Bespreken hoofdstuk 2.3 en 2.4
- Maken opdrachten 6 t/m 9. Daarna klassikaal bespreken. 
- Opdracht interview afnemen voorbereiden (opdracht 15 elevator pitch)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

🎯 Leerdoelen Hoofdstuk 2
HOOFDSTUK 2 - Een commerciële organisatie

  • Je weet welke soorten commerciële organisaties er zijn, en in welke sectoren.
  • Je begrijpt het belang van organisatiestructuur en organisatiecultuur.
  • Je weet wat missie en visie inhouden.
  • Je kunt doelstellingen SMART opstellen.
  • Je kunt de drie planningsniveaus herkennen (strategisch, tactisch of operationeel).

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

🧑‍💻 Samen aan de slag! 
Dit ga je doen:
✍️ Maak een goede organisatiestructuur voor dit bedrijf als er in totaal tien medewerkers zijn. Verdeel de taken en geef aan wie instructies kan geven aan wie.
👥 Je mag samenwerken met je buurman/buurvrouw.

Klassikaal
🗣️ Na 10 minuten gaan we de opdracht klassikaal bespreken. 
🗣️ Twee tweetallen tekenen de organogram uit op het bord
 
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie gaat het organogram tekenen?
LINKS
RECHTS
Toepassing

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

📋 2.1 Organisaties
Definitie van een organisatie:

Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen 
die samen een doel proberen te bereiken, op een gestructureerde manier.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

📋2.1 Organisaties

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

📋 2.1 Organisaties
Onderneming vs. Bedrijf
Onderneming: Produceert om winst te maken; commercieel doel.
Bedrijf: Produceert om te verkopen, winst maken is optioneel.
               Voorbeeld: Gemeentelijk vervoerbedrijf.

Profit vs. Non-profit
Profit: Alle ondernemingen; gericht op winst.
Non-profit: Overige bedrijven/organisaties; geen winstdoel.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

📋 2.1 Organisaties
Eigendom
Overheid: Bevat instanties, diensten, en sommige bedrijven
                   (bijv. gemeentelijk sportbedrijf).
Particulier: Alle ondernemingen.

Terminologie
Instelling/Instantie: Vage begrippen.
Bijv. Ziekenhuizen (ook bedrijven) en Gemeentelijke Sociale Dienst (geen bedrijf).

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

📋 2.1 Organisaties
- Onderneming wil winst maken (commercieel doel)
- Bedrijf wil niet perse winst maken (gemeentelijk vervoer bedrijf)

- Ondernemingen horen bij de Profitsector (commercieel doel)
- Non-profitsector zijn alle overige bedrijven en organisaties die geen winst 
willen maken (overheid, goede doelen) 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is een gezin een organisatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

🍿 Popcorn time!
In 2013 vierde Frits Goldschmeding, de oprichter van Randstad, zijn 80ste verjaardag. 
Zijn boeiende reis is vastgelegd in een korte film.

Maak je klaar, want we duiken samen in het verhaal achter Randstad! 
Na afloop enkele vragen, dus let goed op!
Instructie

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennen, dienen en vertrouwen
Waarom zijn dit volgens Frits Goldschmeding belangrijke begrippen 
die iedereen die bij Randstad werkt moet kennen?

Wat denk je? 
Bespreek dit met je buurman/buurvrouw en schrijf het antwoord op het bord
timer
2:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennen, dienen en vertrouwen
Simultane belangenbehartiging (gelijktijdig)
Belangen behartigen van medewerkers, uitzendkrachten en bedrijven.

Je kent je uitzendkracht, klant en collega.
Je bedient je uitzendkracht, klant en collega.
En je uitzendkracht, klant en collega kunnen jou vertrouwen.

Dit zijn de kernwaarden van de onderneming waarop alles wat gedaan en bedacht wordt gebaseerd is.


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.2 Commerciële organisaties
Sectoren in de economie.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primaire sector
  • Ondernemingen produceren tastbare goederen.
  • Verkopen hun waren meestal via een veiling, vaste opkopers of aan verwerkingsbedrijven (Friesland Campina, Avebe, aardappelzetmeelfabriek)
  • Weinig commerciële beroepen.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Secundaire sector
  • Ondernemingen produceren tastbare goederen.
  • Verkopen hun waren meestal aan handelsbedrijven, zoals een 
     groothandel of exporteur, grootwinkelketens.
  • Veel commerciële beroepen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tertiaire sector
  • Produceren geen tastbare goederen, maar diensten
  • Handelsbedrijven en particuliere dienstverlening
  •         Zakelijke dienstverlening
  •         Handelsbedrijven
  • Heel veel commerciële beroepen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quartaire sector
  • Overheid en instellingen die geen winst willen maken.
  • Zorgsector is een belangrijk onderdeel 
     (na zakelijke dienstverlening op nummer 2 wat betreft aantal banen)

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Randstad hoort bij de...
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Alfa-college hoort bij?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pauze
Korte pauze
10 minuten
timer
10:00

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

🧠 Opstart
Waar hebben we het vandaag alweer allemaal over gehad?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle ondernemingen zijn bedrijven?
A
goed
B
fout

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle bedrijven zijn ondernemingen?
A
goed
B
fout

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle bedrijven zijn organisaties?
A
goed
B
fout

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle ondernemingen zijn organisaties?
A
goed
B
fout

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle organisaties zijn bedrijven?
A
goed
B
fout

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht, zoek bij elke sector een bedrijf 
(voor zover mogelijk in Hoogeveen en omgeving)
  • Agrariër
  • Visserij 
  • Ambacht
  • Industrie
  • Handel
  • Particuliere dienstverlening
  • Overheid
  • Non-profit
timer
5:00

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

🧑‍💻 Zelf aan de slag! 
15 minuten:
✍️ Maak opdracht 2 t/m 5
👥 Je mag samenwerken met je buurman/buurvrouw.


Klassikaal
🗣️ Na 10 minuten gaan we de opdrachten klassikaal bespreken. 
 
timer
10:00

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is de sociale dienst geen bedrijf en
een ziekenhuis zonder oogstwinstmerk
wel?

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke organisaties zijn non-profit?

Slide 43 - Carte mentale

Verkopen aan andere bedrijven of instellingen met als doel om winst te maken.
Geef drie voorbeelden van een
overheidsbedrijf in jouw regio

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Bloemkwekerij
Hypotheekadviseur
Kledingfabrikant
Horecagroothandel
Staalbedrijf
Tandarts
Tuinder
Autofabrikant

Slide 45 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 5 Werk in de sectoren 1
a. Waarom kun je handel eigenlijk ook zien als dienst?

b. Waarom vind je bij de overheid en non-profitorganisaties weinig commerciële banen?

c. Je ziet in de resultaten de vergelijking met tien jaar geleden. In welke sectoren is de
werkgelegenheid het hardst gegroeid?

d. Is het aantal banen in alle sectoren gegroeid? Licht je antwoord toe.

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 5 Werk in de sectoren 2
  • a. Waarom kun je handel eigenlijk ook zien als dienst?
  • Handelsbedrijven zorgen ervoor dat goederen op de juiste plaats en op de juiste tijd bij de
  • klant komen.
  • b. Waarom vind je bij de overheid en non-profitorganisaties weinig commerciële banen?
  • Omdat winst maken niet speelt bij dit soort organisaties.
  • c. Je ziet in de resultaten de vergelijking met tien jaar geleden. In welke sectoren is de
  • werkgelegenheid het hardst gegroeid?
  • De zakelijke dienstverlening en de zorg.
  • d. Is het aantal banen in alle sectoren gegroeid? Licht je antwoord toe.
  • Nee, de werkgelegenheid in de industrie is gekrompen in plaats van gegroeid (vanwege
  • automatisering).

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

🧠 Wat hebben we geleerd?
  • Bedrijven produceren voor de markt, maar niet altijd met winstoogmerk; ondernemingen streven wel altijd naar winst. 
  • Non-profitinstellingen hebben geen winstoogmerk.
  • De economie kent vier grote sectoren:
                

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

🗓️ Volgende les
- Hoofdstuk 2.3 en 2.4 
- Maken opdracht 6 t/m 9. Daarna klassikaal bespreken.
- Vragen interview voorbereiden (opdracht 15 elevatorpitch en verslag)
📝

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedankt voor jullie inzet en tot de volgende les! 👋

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 52 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: Elevator pitch-organisatiecultuur
Een organisatiecultuur heeft te maken met de normen en waarden van die organisatie. Het zijn een soort gedragsregels voor hoe er binnen de organisatie met elkaar om wordt gegaan.
Zoek voor een organisatie uit wat voor een organisatiecultuur er is. Geef hierbij antwoord op de volgende punten:
  • Gaan medewerkers in dat bedrijf vooral formeel met elkaar om, of informeel? Waaraan kun je dat zien?
  • Is er een top-down cultuur of is er een bottom-up cultuur? Waaraan kun je dat zien?Benoem twee voordelen en twee nadelen van deze organisatiecultuur.
  • Werk de uitkomst van je onderzoek uit in een elevator pitch. Een elevator pitch is een presentatie van ongeveer één tot twee minuten, zo lang als een ritje in de lift zou duren.
Instructie

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions