10/10: herhaalopdracht, vzv, herhaling fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Pak alvast: je leesboek en je grammaticaboekje

Deze les

Lezen

Even opfrissen

Herhaalopdracht grammatica

Voorzetselvoorwerp

Kort herhalen boekopdracht 1a

Boekopdracht 1a

Lesdoelen

• Je kunt een zin met een WG ontleden;
• Je kunt een zin met een NG ontleden;
• Je begrijpt dat in een zin met een NG er een eigenschap/ toestand aan het onderwerp wordt gekoppeld.

Even opfrissen

• Wat doet een werkwoordelijk gezegde in een zin?
• Wat doet een naamwoordelijk gezegde in een zin?
• Wat bedoelen we met: 'het werkwoord is in een zin met een WG de baas en deelt rollen uit aan de zinsdelen.'?
• 'Ik geef een cadeautje aan mijn moeder.'
• Welk werkwoord? Hoe veel rollen? Welke zinsdeel krijgt welke rol?

Herhalen zinsontleden

• Herhaalopdracht 2, blz. 7
• Vraag je af of er iets gebeurt of dat er iets is 
• Soms blijft er een plekje leeg
• 1 doen we samen
• 2 t/m 5 alleen in stilte!
• +-10 min. 
• Klaar? Even wachten

Ontdekopdracht

• Blz. 9-11
• Vul de woorden in en beantwoord vraag 1 t/m 10
• Je mag samenwerken
• 10 minuten 
• Daarna bespreken 

Voorzetselvoorwerp (blz. 12)

• Bepaalde werkwoorden hebben een vast voorzetsel (wachten op, houden van, etc.) 
• Deze werkwoorden met vaste voorzetsels zorgen ook voor een vaste, speciale betekenis
• Werkwoord met vast voorzetsel in de zin betekent:
  er is een voorzetselvoorwerp (vzv) aanwezig!

Voorzetselvoorwerp

• Een voorzetselvoorwerp lijkt (wat functie betreft) erg op een lijdend voorwerp. 
• Ook hier 'wordt er iets gedaan' met dit zinsdeel. 
• Het grote verschil: een voorzetselvoorwerp begint altijd met een voorzetsel (en een lijdend voorwerp nooit).

Vergelijk

• Zoek je je paraplu?
• je paraplu = lijdend voorwerp

• Zoek je naar je paraplu?
• naar je paraplu = voorzetselvoorwerp

VAST voorzetsel

• Bij een voorzetselvoorwerp kun je dus niet zomaar het voorzetsel weglaten of vervangen door een ander voorzetsel
• Dat levert óf onzin op óf een verandering in de betekenis van het werkwoord!

'Andrea gelooft in sinterklaas.'

• 'geloven in' = werkwoord met vast voorzetsel en hierdoor speciale betekenis
• in sinterklaas = voorzetselvoorwerp 
• Test 1: 'in' weglaten
• Test 2: 'in' vervangen door ander voorzetsel
• Kan niet óf zorgt voor betekenisverandering van het ww
• In deze betekenis vaste combinatie en dus een vzv in de zin

Aan de slag

• Opdracht 3 en 4, blz. 13 t/m 14
• Opdracht 3: maak zinnen met het werkwoord en voorzetsel
  Voer test 1 en 2 uit (zoals in de voorbeelden uit de theorie)
• Opdracht 4: onderstreep het vzv in zin 1 t/m 10 
  Vraag 11: in welke zinnen zit een NG?

Even checken

• Ik wacht op de trein. 
• Voorzetselvoorwerp?
• Voorzetsel heeft niet echt een letterlijke betekenis!

Vooruitblik

Huiswerk: 

• Donderdag 12/10: boekopdracht 1a voor de les inleveren via Classroom
• Boek en laptop mee voor boekopdracht 1b > in de les