Globalisering in China herhaling hoofdstuk

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Toetsvoorbereiding

> Alle opdrachten gemaakt en nagekeken?

> Bekijk dan deze gedeelde lessonup op je eigen tempo. 

>Pak je werkboek erbij en dan vooral het oranje blok.

>Bekijk per leerdoel of je deze goed kent. Als dat zo is zet je er een vinkje bij. Is dat niet zo dan zet je er een pijltje bij zodat je weet dat je deze goed moet bekijken.
>Maak de vragen in de lessonup die erbij horen.

Theorie (tekst uit §1) 

• Beschrijven welke drie trappen er zijn in het reliëf van China;
  
• Met behulp van de natuurlijke kenmerken uitleggen waarom de bevolking ongelijk is verspreid over China;
  
• Wat de gevolgen zijn van de bevolkingspolitiek in China. 
  

Begrippen

Bevolkingsdiagram, bevolkingspolitiek, bevolkingsspreiding,  cultuur, delta, eenkindpolitiek, etnische minderheid, hoogvlakte, laagvlakte, levensverwachting, migratie, reliëf, toendra, vergrijzing 

§1: Wat moet je kennen en kunnen? 

Bedenk een toetsvraag bij de leerstof van §1

Voorbeeld van een toetsvraag:
Leg met behulp van een voorbeeld uit dat de bevolkingsspreiding in China wordt beïnvloed door natuurlijke kenmerken van het land.

§2 van kopiëren naar innoveren

§2 Van kopiëren naar innoveren 

Theorie (tekst uit §2) 

• Uitleggen wat de rol is van de opendeurpolitiek in de opkomst van de Parelrivierdelta; 
  
• Beschrijven waar de industrie in China is geconcentreerd; 
  
• Uitleggen welke veranderingen er de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden in de economie van China; 

B-nummers: 

B224: kenmerken van ontwikkeling; B247: globalisering; B259: multinationale ondernemingen; B260: internationale arbeidsverdeling 

Begrippen

Afzetmarkt, agglomeratie, arbeidsintensief, arbeidsmigrant, assemblage, communisme, export, hightechindustrie, kolonie, lagelonenland, megalopolis, megaregio, megastad, multinationale onderneming, speciale economische zone, globalisering, internationale arbeidsverdeling, kennisintensief  

§2: Wat moet je kennen en kunnen? 

Bedenk een toetsvraag bij de leerstof van §2

Voorbeeld van een toetsvraag:
De internationale arbeidsverdeling van het produceren van goederen bestaat uit drie fases. Het Chinese bedrijf Tencent ontwikkelt videogames voor mobiele telefoons. Leg uit bij welke fase uit de internationale arbeidsverdeling dit past.

§3 Migratie en verstedelijking

§3 Migratie en verstedelijking 

Theorie (tekst uit §3) 

• Je kunt uitleggen waarom er een massale trek is van het platteland naar de steden; 
  
• Je kunt uitleggen waarom er in China een drijvende bevolking is; 
  
• Je kunt beschrijven welke verandering er plaatsvindt in het uiterlijk van de Chinese steden; 

B-nummers: 

B159: Push- en pull factoren 

Begrippen

Drijvende bevolking, infrastructuur, mechanisatie, migrant, migratie, stadsdorp, urbanisatie, urbanisatiegraad, woningdichtheid, aantrekkingsfactor, afstotingsfactor, pullfactor, pushfactor. 

§3: Wat moet je kennen en kunnen? 

Bedenk een toetsvraag bij de leerstof van §3

Voorbeeld van een toetsvraag:
Is de volgende stelling goed of fout? Licht je antwoord toe.
‘De opkomende middenklasse door de migratie in de steden wordt de drijvende bevolking van China genoemd.'

§4 Water in China

Theorie (tekst uit §4) 

• Je kunt uitleggen wat de oorzaken, gevolgen, en oplossingen zijn van wateroverlast in het zuiden.
  
• Je kunt uitleggen wat oorzaken, gevolgen en oplossingen zijn van het watertekort in het noorden. 
  
• Je kunt de Huang He en de Jangtsekiang vergelijken op hoeveelheid water.
• Je kunt uitleggen wat de rol van een stuwdam is in de waterhuishouding.

B-nummers: 

B193: Grondwater

B94 Rivieren

B139 Natuur en milieurampen
B14 Dimensies
B 1 verbanden leggen

Begrippen

Aquifer, bodemerosie, delta, grondwater, grondwaterpeil, hydro-electriciteit, ontbossing, piekafvoer, stroomgebied, stuwdam., debiet, dimensie, gemengde rivier, regiem, stroomgebied, waterscheiding.

§4: Wat moet je kennen en kunnen? 

Bedenk een toetsvraag bij de leerstof van §4

Voorbeeld van een toetsvraag:
a De Huang He stroomt door een vruchtbaar akkerbouwgebied. Welke grondsoort maakt de grond zo vruchtbaar?
b Leg uit hoe door akkerbouw makkelijker bodemerosie kan voorkomen bij de rivier.

Wat moet je leren?

Paragraaf 1.1 tot en met 1.5

Leerdoelen>>Wat moet je kennen en kunnen (oranje box achter iedere paragraaf in je werkboek)

Dit zijn dus: de leerdoelen, begrippen, werkboek opdrachten en begrippen. 

En de begrippen!

En vergeet je basisboek niet!!! (en de begrippen van het basisboek!)

Hoe moet je leren?

1.Check eerst of je alle opdrachten hebt gemaakt. Kijk ze ook na.

2.Daarna ga je alles nog eens doorlezen. Is er iets in de tekst dat je niet begrijpt? Zoek het op! Stel steeds aardrijkskundige vragen tijdens het leren (wat, waarom etc..B26!!)

3.Leer daarna eerst de begrippen uit je hoofd! Van voor tot achter. Maak er zelf zinnen mee. Leg ze aan iemand anders uit.

4. Nu ga je met de stof aan de slag. Bekijk de leerdoelen en maak aan de hand van de leerdoelen samenvattingen/mindmaps/zelftoetsen digitaal/een eigen proefwerk. (dat laatste doe ik ook namelijk)

5. Begin minimaal 6 dagen van tevoren met leren. Doe dit minimaal een 30 minuten per keer. Hoe vaker je het doet hoe beter het blijft hangen. (net voor de les nog alles doorlezen zorgt vooral voor stress)

 

Meer tips? Kijk eens op

https://www.mrchadd.nl/academy/vakken/aardrijkskunde/hoe-leer-ik-het-best-voor-aardrijkskunde

https://www.youtube.com/watch?v=lSUpqT8stcc

www.mrchadd.nl

Wat ga je doen om te leren voor het proefwerk?