Les 5 B1

Les 5 B1
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Les 5 B1

Slide 1 - Diapositive

Herhaling om ....te + infinitief

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Oefenen met om.....te+infinitief
Opdracht 5 + 6

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk 
Leer voca hoofdstuk 2 blz. 71
Lees blz. 64 en 65
Lees grammatica - Zoud(en)
Maak opdracht 11, 16, 21 en 22

Slide 5 - Diapositive


Huiswerk:


Opdracht voor de volgende keer:

Maak een foto van jouw boodschappenmandje
Welke producten koop jij?
Kies een Nederlands recept. Wat ga je koken?
Lijkt je dat lekker of niet? Begrijp je de kookinstructies.
De volgende les vertel jij over jouw boodschappenmandje en wat voor Nederlands gerecht je hebt klaargemaakt.

Slide 6 - Diapositive

boodschappenmandje en Nederlands recept
Wat heb je gekocht?
Wat heb je gekookt?
Wat zijn nieuwe woorden?

Slide 7 - Diapositive

Voca hoofdstuk 2

Slide 8 - Diapositive

not allowed

Slide 9 - Question ouverte

topic

Slide 10 - Question ouverte

adult

Slide 11 - Question ouverte

one and a half

Slide 12 - Question ouverte

stupid

Slide 13 - Question ouverte

at least

Slide 14 - Question ouverte

to chew

Slide 15 - Question ouverte

attention

Slide 16 - Question ouverte

Eet - en drinkpatroon
                                                               
1 Wat eet jij meestal tussendoor?                                                   
2 Wat drink je bij het avondeten?                                        
3 Koop je sommige producten in de supermarkt juist wel,                 
of juist niet?                                                                    
4 Let je op de prijs van boodschappen?                 

Wat eet je op een dag? 
1 tijdens het ontbijt, lunch en avondeten.
2 Wat eet je elke dag?
3 Wat is je favoriete product?
4 Welk product heb je in Nederland leren kennen?


               

Slide 17 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden
Vul de juiste vorm in van de onregelmatige werkwoorden:
1 Kom je naar mijn feest? Dat (afhangen presens) ........ van de dag ...........
2 Ik heb met mijn moeder (afspreken)........ om samen te lunchen.
3 Ik heb een glas wijn (drinken)...... en een lekkere salade (eten)............

Slide 18 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden
Vul de juiste vorm in
4 Mijn broer (komen imperfectum) .....................ook.
5 Het is gelukkig (verbieden).......... om te roken in restaurants.
6 Mijn broer is net vader (worden)......................
7 De baby (wegen imperfectum) ..............bijna 3 kilo.
8 Mijn broer heeft samen  met zijn vrouw de loterij ............(winnen)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Huiswerk
M opdracht 16 (Let op de structuur van de zin).
M opdracht 21 en 22 (Zie preposities H1 enH2)
M de opdrachten onregelmatige werkwoorden (Zie dia 18 en 19)
Luister naar het liedje over de supermarkt.

Slide 21 - Diapositive