TC A1 4.2 Komen gaan / 4.3 ontbijt/lunch/avondeten.

A1
4.2 Komen en gaan
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2 Inburgering/alfabetisering volwasseneducatieBeroepsopleiding

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

A1
4.2 Komen en gaan

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive


    4.2 Komen en gaan

    4.3 Ontbijt, lunch
          avondeten.

Slide 3 - Diapositive

     Wat je vandaag leert:
1. Ik kan komen en gaan in de goede vorm zetten.
2. Ik kan antwoord geven op een vraag.
3. Ik weet woorden van maaltijden.
4. Ik kan 10 tegenstellingen noemen.

Slide 4 - Diapositive

2 onregelmatige werkwoorden...

Weet je ze nog?
Zijn & Hebben

Slide 5 - Diapositive

Ik ..... op kantoor.
A
ben
B
heb
C
bent
D
hebt

Slide 6 - Quiz

Jij ..... een fiets.
A
ben
B
heb
C
bent
D
hebt

Slide 7 - Quiz

Zij ..... aardig.
A
heb
B
ben
C
is
D
hebt

Slide 8 - Quiz

..... hij jouw boek?
A
heb
B
hebt
C
is
D
heeft

Slide 9 - Quiz

Nu jullie!
de dobbelsteen

Slide 10 - Diapositive

Komen
1 = ik
2 = jij
3 = hij/zij
4 = wij
5 = jullie
6 = zij (meer)

Slide 11 - Diapositive

Gaan
1 = ik
2 = jij
3 = hij/zij
4 = wij
5 = jullie
6 = zij (meer)

Slide 12 - Diapositive

4.3  Ontbijt, lunch, avondeten.

Slide 13 - Diapositive

Wanneer eet je het ontbijt?
A
's ochtends
B
's middags
C
's avonds

Slide 14 - Quiz

Wanneer eet je de lunch?
A
's ochtends
B
's middags
C
's avonds

Slide 15 - Quiz

Wat eten veel Nederlandse
mensen 's avonds?
A
aardappels
B
brood
C
wijn

Slide 16 - Quiz


Wat eet jij wanneer?

Slide 17 - Diapositive


Hoe laat eet jij?

Slide 18 - Diapositive

Spreken 
Vraag <  > Antwoord

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive


Schrijf 5 VRAGEN
 over het plaatje. ->

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Tegenstellingen
Sleep een rood woord
naar de goede tegenstelling.

Slide 24 - Diapositive

weinig
drinken
zwart
goed
's avonds
druk
komen
1. eten
2. 's ochtends
3. gaan
4. veel
5. rustig
6. wit
7. fout

Slide 25 - Question de remorquage

Wat is de tegenstelling?

Slide 26 - Diapositive

Schrijf 10 tegenstellingen:

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive


Ik ga naar de winkel en ik koop..

Slide 29 - Diapositive

Terugkijken

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 30 - Diapositive

Thuis luisteren
Een pot met bonen
Als hier een pot met bonen staat
En daar een pot met brie
Dan laat ik brie en bonen staan
En dans ik met Marie
Marie Marra mijn troelala
Marie Marie Marie,
Marie Marra mijn troelala
Marie Marie Marie.

Slide 31 - Diapositive