Lektion 2

1D
Woche 14 - Lektion 2
Donnerstag, den 2.April 2020
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1D
Woche 14 - Lektion 2
Donnerstag, den 2.April 2020

Slide 1 - Diapositive

Das Programm (=het programma)
1. Der Rückblick (=de terugblik)
2. die Lernziele (=de lesdoelen)
3. Grammatik: die Erläuterung (=de toelichting)
4. Grammatik: die Aufgaben 43/44/45/46 (Seite 105 - 106)  
5. der Abschluss (=de afsluiting)

Slide 2 - Diapositive

der Rückblick (=de terugblik)
1. Gestern habt ihr:

- Eure Hausaufgaben korrigiert
- Die Aufgaben 41 + 42 gemacht

2. Gibt es noch Fragen?

Slide 3 - Diapositive

Heb je een vraag over het huiswerk? Stel ze hier!

Slide 4 - Question ouverte

die Lernziele (=de lesdoelen)
1. Aan het einde van de les ken je  de hoofdregels van het geslacht voor zelfstandige naamwoorden 

2. Aan het einde van de les ken je de bezittelijke voornaamwoorden

Slide 5 - Diapositive

Grammatik: die Erläuterung (=de toelichting)
1. In het Duits kunnen zelfstandige naamwoorden (=woorden waar je in het Nederlands de/het/een voor kunt zetten) drie geslachten hebben. Namelijk:

- Der = mannelijk
- Die = vrouwelijk
- Das = onzijdig

2. Er zijn een paar regels die je kan leren om te bepalen of een zelfstandig naamwoord mannelijk/vrouwelijk/onzijdig is (zie de volgende slide)

Slide 6 - Diapositive

Grammatik: die Erläuterung (=de toelichting)
- mannelijk = der
1. Mannelijke personen/dieren
2. Maanden/dagen/jaargetijden/windrichtingen
3. Groentes: behalve die Zwiebel en die Kartoffel
3. (alcoholische) drankjes: der Tee, der Bier
4. Automerken: der Opel , der BMW

- Vrouwelijk = die
1. Vrouwelijke personen en dieren
2. Zaaknamen die eindigen op -e: die Tasse, die Schule, die 
3. Woorden die eindigen op -in: die Freundin, die Lehrerin, die Sekretärin
4. Woorden die eindigen op -heit/-keit/-schaft/-ung/-ie/-ei/-ion/-ik/tät= die Schönheit, die Umgebung, die Familie, die Mathematik/ die Legion/ die Universität


Slide 7 - Diapositive

Grammatik: die Erläuterung (=de toelichting)
- Onzijdig = das
1. Woorden die eindigen op -chen en -lein : das Mädchen, das Fraulein
2. Veel Nederlandse 'het-woorden': das Buch , das Internet
3. Engelse woorden: das Training, das iPad

- De bezittelijke voornaamwoorden krijgen dezelfde uitgangen als de woorden uit de ein-Gruppe.

Slide 8 - Diapositive

Grammatik: die Erläuterung
Dus:  (mijn) ......... Vater ist ein Lehrer 
           --> Mein Vater ist ein Lehrer

(haar) .............. Schwester hat Fisch gegessen
--> Ihre Schwester hat Fisch gegessen

Je kijkt alleen naar de uitgangen van de 1e naamval dit hoofdstuk!

Slide 9 - Diapositive

Grammatik: die Aufgaben 43/44/45/46 (Seite 105 - 106)  
Wat?: je maakt de bovenstaan opdrachten bij de nieuwe theorie
Hoe?: in je boek of online
Hulp?: de docent , je boek , je klasgenoot
Tijd?: 15 minuten
Uitkomst?: de antwoorden kijk je na via een nakijkblad
Klaar?: ga dan verder met je Praxisaufgabe

Slide 10 - Diapositive

Der Abschluss (=de afsluiting)
- die Lernziele --> -->


- Nächste Woche habt ihr:

1. Die Hausaufgaben der 14. Woche erledigt.
2. Eure Praxisaufgabe abgegeben (9.April!)
1. Aan het einde van de les ken je  de hoofdregels van het geslacht voor zelfstandige naamwoorden  
 
2. Aan het einde van de les ken je de bezittelijke voornaamwoorden

Slide 11 - Diapositive