2022-2023 NDG 4.6

NDG 4.6 - Zien Vita Les 1
NDG 
4.6 Zien Vita
Les 1 en 2
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

NDG 4.6 - Zien Vita Les 1
NDG 
4.6 Zien Vita
Les 1 en 2

Slide 1 - Diapositive

Aan het eind van 4.6 kun je..
  • de onderdelen van het oog benoemen met hun functies 
  • vertellen hoe we diepte kunnen zien en hoe gezichtsbedrog werkt
  • de onderdelen van het oog benoemen die zorgen voor bescherming van je oog en vertellen hoe dit gebeurt
  • verschillende soorten lichtbronnen noemen
  • het verschil uitleggen tussen diffuse en spiegelende terugkaatsing van licht
  • uitleggen wat de spiegelwet is

Slide 2 - Diapositive

Vandaag
  1. Voorkennis activeren
  2. Bouw van je ogen + functies
  3. Werking oog 
  4. bescherming van je oog
  5. diepte zien
  6. gezichtsbedrog
  7. Zelfstandig werken
  8. Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

timer
1:00
Wat weet je allemaal al over het oog?

Slide 4 - Carte mentale

Opdracht woordweb
  • Maak tijdens de uitleg een woordweb op papier.

Slide 5 - Diapositive

Bouw van je ogen

Slide 6 - Diapositive

Functies van de delen van je ogen
  • Hoornvlies: 
  • Lens: 
  • Iris:
  • Vaatvlies:
  • Netvlies: 
  • Gele vlek: 
  • Blinde vlek:
  • Glasachtig lichaam: 
Info Hoornvlies
Vlies wat iris en pupil bedekt en beschermt
Info Lens
Zorgt dat beeld scherp op netvlies komt
Info Netvlies
Gedeelte achter in je oog waar zintuigcellen zitten, de kegeltjes en staafjes
Info Vaatvlies
Bevat veel bloedvaten. Bloedvaten brengen voedsel en zuurstof naar de oogcellen.
Info Gele vlek
Gedeelte met heel veel kegeltjes
Info Blinde vlek
Plek waar oogzenuw het oog verlaat (geen kegeltjes en staafjes!)
Info glasachtig lichaam
Gelei-achtige massa, houdt je oog in de goede vorm
Info Iris
De Iris regelt de hoeveelheid licht die in de ogen komt.

Slide 7 - Diapositive

Uitleg
Sluit je linkeroog.
Staar met je rechteroog naar het plusteken.
Beweeg, terwijl je naar het plusteken blijft kijken, je gezicht langzaam naar het scherm toe.
Op zekere afstand merk je dat de zwarte stip uit beeld verdwijnt.
Onderzoekje blinde vlek

Slide 8 - Diapositive

les 2 - 4.6 Zien
  1. Terugblik
  2.  thema 4.6 Zien (filmpjes en uitleg)
  3. Zelfstandig werken
  4. Afsluiting

Slide 9 - Diapositive

Bescherming van je ogen
Oogleden

Slide 10 - Diapositive

Bescherming tegen licht (pupilreflex)

Slide 11 - Diapositive

Lens
Pupil
Iris
Hoornvlies

Harde oogvlies
Vaatvlies
Netvlies
Glasachtig lichaam
Oogzenuw
Oogspier

Slide 12 - Question de remorquage

Aan het eind van deze les kun je 
  • aangeven hoe op het netvlies een scherp beeld wordt gevormd en hoe dit beeld leidt tot waarneming
  • vertellen hoe we diepte kunnen zien.
  • uitleggen hoe de pupilreflex werkt.
  • aangeven hoe gezichtsbedrog werkt.

Slide 13 - Diapositive

Aan het eind van 4.6 kun je..
  • de onderdelen van het oog benoemen met hun functies 
  • vertellen hoe we diepte kunnen zien en hoe gezichtsbedrog werkt
  • de onderdelen van het oog benoemen die zorgen voor bescherming van je oog en vertellen hoe dit gebeurt
  • verschillende soorten lichtbronnen noemen
  • het verschil uitleggen tussen diffuse en spiegelende terugkaatsing van licht
  • uitleggen wat de spiegelwet is

Slide 14 - Diapositive

Scherp zien
  • je kunt uitleggen hoe je ogen accomoderen (scherp stellen)



Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Werking van de lens
Licht/Lens
Beeldvorming

Slide 18 - Diapositive

0

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo

Diepte zien
  • diepte zie je doordat je met twee ogen kijkt
  • rechteroog zie je iets anders dan linkeroog
  • hersenen voegen deze beelden samen
  • diepte zien is noodzakelijk bij het inschatten van afstand

diepte zien = 3D kijken

Slide 22 - Diapositive

Diepte zien

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Waardoor kun je
diepte zien?
A
Doordat je pupillen groter of kleiner kunnen worden.
B
Doordat je ooglens platter of boller kan worden.
C
Doordat je met je linkeroog een iets ander beeld ziet dan met je rechteroog.
D
Doordat het beeld op je netvlies kleiner, onderste boven en gespiegeld is.

Slide 25 - Quiz

Gezichtsbedrog
  • Wanneer je naar een tweedimensionale afbeelding kijkt, proberen je hersenen ook diepte te zien. 
  • Iets wat door het oog wordt waargenomen, maar door de hersenen anders geïnterpreteerd wordt.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Extra:
Experimentje
1. maak een rol van het blaadje
2. houdt de rol voor je rechteroog
3. kijk met beide ogen recht vooruit
4. houdt je linkerhand naast de rol voor je linkeroog
5. beweeg je hand naar je oog

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Extra: Gezichtsbedrog
Iets wat door het oog wordt waargenomen, maar door de hersenen anders geïnterpreteerd wordt.

Slide 30 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Lezen 4.6 blz. 36 t/m 42
  • Maken 4.6 opdracht 1 t/m 4

Klaar?
Ga naar deze site en maak de opdracht: https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Oog/oog.htm

Slide 31 - Diapositive

Afsluiting
  • Leren 4.6 blz. 36 t/m 42
  • Maken 4.6 opdracht 1 t/m 4

Slide 32 - Diapositive

NDG 4.6 - Zien Vita Les 3
NDG 
4.6 Zien Vita
Les 1 en 2

Slide 33 - Diapositive

Vandaag
  1. Terugblik: Huiswerk + delen  van het oog herhalen.
  2. Lichtbronnen
  3. Lichtstralen en schaduwen
  4. Spiegelwet
  5. Zelfstandig werken
  6. Afsluiting

Slide 34 - Diapositive

Aan het eind van 4.6 kun je..
  • de onderdelen van het oog benoemen met hun functies 
  • vertellen hoe we diepte kunnen zien en hoe gezichtsbedrog werkt
  • de onderdelen van het oog benoemen die zorgen voor bescherming van je oog en vertellen hoe dit gebeurt
  • verschillende soorten lichtbronnen noemen
  • het verschil uitleggen tussen diffuse en spiegelende terugkaatsing van licht
  • uitleggen wat de spiegelwet is

Slide 35 - Diapositive

Lens
Pupil
Iris
Hoornvlies

Harde oogvlies
Vaatvlies
Netvlies
Glasachtig lichaam
Oogzenuw
Oogspier

Slide 36 - Question de remorquage

Lichtbronnen

Slide 37 - Diapositive

Natuurlijke lichtbronnen

De zon                   
vuur
sterren

Slide 38 - Diapositive

Kunstmatige lichtbronnen

De gloeilamp         
beeldscherm
ledlampen 

Slide 39 - Diapositive

Wat is niet een lichtbron?

A
Zon
B
Maan
C
Kampvuur
D
Ster

Slide 40 - Quiz

Lichtstralen
  • Lichtstralen bewegen in 
       rechte lijnen. 

  • Een schaduw/schaduwbeeld vormt als een voorwerp de lichtstralen tegenhouden.

Slide 41 - Diapositive

Voorwerpen die zelf geen licht geven (diffuse) terugkaatsing  

Slide 42 - Diapositive

Lichtstralen op een spiegel weerkaatsen door
A
Diffuse terugkaatsing
B
Spiegelende terugkaatsing
C
Worden geabsorbeerd

Slide 43 - Quiz

Randstraal is de lichtstraal die de grens tussen licht en donker aangeeft
Schaduw

Slide 44 - Diapositive

Een auto staat onder een lantaarnpaal.
De schaduw van de auto is getekend met
behulp van twee lichtstralen die met een *
zijn aangegeven.
Hoe noem je deze twee lichtstralen?
*
*
A
Randstralen
B
Zichtlijnen
C
Kantstralen
D
Kernschaduw

Slide 45 - Quiz

Spiegelwet
Bij de spiegelwet wordt gebruik gemaakt van een spiegel om een lichtstraal terug te laten kaatsten. 

De spiegelwet zegt dat de hoek van inval gelijk is aan de hoek van terugkaatsing.


Slide 46 - Diapositive

Wat is de spiegelwet?
A
"Letters die je in een spiegelbeeld ziet zijn omgekeerd"
B
"Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing"
C
"Bolle spiegels zijn groter dan holle spiegels"
D
"Een spiegel is altijd vlak"

Slide 47 - Quiz

Zelfstandig werken
  • Lezen 4.6  blz. 43 t/m 46
  • Maken 4.6 opdrachten 1 tm 6


Slide 48 - Diapositive

Afsluiting
  • Leren 4.6 
  • Maken/kijken opdracht 3 t/m 7 online

Slide 49 - Diapositive

Tijd over: start met opdracht nepnieuws

  • Zie andere les in LessonUp

Slide 50 - Diapositive