Levend-dood-levenloos

Levend - dood - levenloos
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Levend - dood - levenloos

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
  • Je kunt het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.
  • Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.


Slide 2 - Diapositive

Biologie

Slide 3 - Carte mentale

Biologie
Biologie is de leer van het leven

Biologie = het begrip
De leer van het leven = de definitie




Het woord ‘biologie’ is samengesteld uit de Griekse woorden bios en logos. Deze woorden staan voor: ‘leven’ en ‘wetenschap’ of ‘de leer van’.

Slide 4 - Diapositive

Wat hoort er bij biologie?
WEL
NIET

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Levensverschijnselen bij organismen
Bij dieren zijn de levensverschijnselen meestal duidelijk waar te nemen.
Bij planten of schimmels is het lastiger, maar ze vertonen ook alle levensverschijnselen.

Slide 9 - Diapositive

7 levensverschijnselen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Stofwisseling
Omgeving
Nakomelingen

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive

Levend - dood - levenloos

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Levend - dood - levenloos
Iets is levend als het levensverschijnselen vertoont.

Iets is dood als het geen levensverschijnselen meer vertoont.

Iets is levenloos als het nooit levensverschijnselen heeft vertoond of zal tonen.

Slide 16 - Diapositive

Waarnemingen van een vos
Een vos schoot weg door het geluid van een naderende wandelaar en rende nog een flink eind door, weg van het gevaar. Aan de rand van het bos aangekomen rook de vos de geur van konijnenvlees en begon onmiddellijk langzaam te lopen. Op een open plek zag de vos drie konijnen. Langzaam sloop het dier naar het dichtstbijzijnde konijn. De vos voelde het hoge gras om zich heen met zijn snorharen en wist daardoor dat hij niet gezien werd. De vos sprong uit het hoge gras en dook naar zijn prooi, beet het konijn dood en proefde het vlees, wat hem goed smaakte.

Slide 17 - Diapositive

Welke waarnemingen kwamen voor bij de vos?

Slide 18 - Question ouverte

Levend
Dood
Levenloos
Maïsplant
Kraaien
Stenen
Stok
Katoenen trui
Plastic pop

Slide 19 - Question de remorquage

Musea
Levende collectie
Dode collectie
Levenloze collectie

Slide 20 - Diapositive

levenloos
1
dood
2
levend
3
levenloos
4
dood
5
dood
7
levend
8
levend
6
levenloos
9

Slide 21 - Diapositive


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 22 - Quiz


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 23 - Quiz


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 24 - Quiz


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 25 - Quiz


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 26 - Quiz


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 27 - Quiz

Collage
Maak een collage met 3 kolommen: Levend - dood - levenloos
  • Mag zowel digitaal als op papier (A3)
  • Bij elk plaatje staat een woord ter verduidelijking
  • Je mag alleen of in tweetallen werken
  • Zorg dat je kunt benoemen welke levensverschijnselen er voorkomen.

Slide 28 - Diapositive

Terugblik
Je kunt het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.
Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.

Slide 29 - Diapositive

Wat heb je onthouden deze les?

Slide 30 - Question ouverte

Leerdoelen check:

Je kunt het verschil tussen levend, dood en levenloos uitleggen.
Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
A
Makkie!
B
Ik weet het bijna.
C
Ik weet niet .

Slide 31 - Quiz

Maak een foto van jouw collage met 3 kolommen: Levend - dood - levenloos

Slide 32 - Question ouverte