Doelen 1 en 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 2

Zijn 5x en 10x gelijksoortige termen?

1. Ja
2. Nee

Zijn 7c en 7 gelijksoortige termen?

1. Ja
2. Nee

6 x a + 7 x b zijn gelijksoortige termen

1. Waar
2. Niet waar

Wat zijn gelijksoortige termen?

1. 4a en a
2. 4a en 4b
3. 4a en 4
4. a en b

Maak indien mogelijk korter:
4 x c + 5 x c = p

1. 4 x c + 5 x c = p
2. 20 x c = p
3. 9 x c = p
4. 9 x p = c

Schrijf de volgende formule korter:
k = 3xa + 7

Schrijf de volgende formule korter:
p = -4xa - 12

Schrijf de volgende formule korter:
p = 1xa - 12

Schrijf de volgende formule korter:
k = -1xa + 2

Welke sommen bestaan uit gelijksoortige termen?

WEL

NIET

1,3p + p

7a + 3ab

ab + 3ab

7q  + 7p

Zet de gelijksoortige termen bij elkaar

4ab

12x

8xy

ab

4x

x

64b

8xy

3xy

• Ga aan de slag met je doelen.
• Op eigen tempo aan het werk 
• Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt,
• U-opdrachten als je het doel gehaald hebt 
• E-opdrachten als afsluiting van het doel.
• Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!

1) Hoe werk je met gelijksoortige termen?

2) Hoe schrijf je formules korter?

3) Hoe los je vergelijkingen op met een balans?

4) Hoe los je door links er rechts van het = teken hetzelfde te doen een vergelijking op?

5) Wat wordt er bedoeld met het omslagpunt?

6) Hoe bereken je de eerste coördinaat van het omslagpunt?

Donderdag 30 maart af!!!