Herleiden. Gelijksoortige termen optellen en aftrekken door elkaar
1 / 24
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
zet de gelijksoortige termen bij elkaar
8c
7cd
8a
timer
1:00
ac
c
4c
5a
64b
8e
3cd
8
16cd
Slide 2 - Question de remorquage
Welke sommen bestaan uit
gelijksoortige termen?
gelijksoortige termen?
Gelijksoortige termen
Geen gelijksoortige termen
1,3p + p
7a + 3ab
ab + 3ab
7q + 7p
Slide 3 - Question de remorquage
Gelijksoortige termen
Geen gelijksoortige termen
2p+10p
7a+3b
ab+3ab
7q+7p
Slide 4 - Question de remorquage
zet de gelijksoortige termen bij elkaar
4ab
7x
8xy
timer
1:00
ab
7y
4x
5a
64b
8xy
3xy
8
Slide 5 - Question de remorquage
Slide 6 - Vidéo
WAAR of NIET WAAR
Gelijksoortige termen kun je samennemen.
Gelijksoortige termen kun je samennemen.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 7 - Quiz
wat zijn gelijksoortige termen?
A
4a en a
B
4a en 4b
C
4a en 4
D
a en b
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
-7a - 3y - 4a =
Slide 10 - Question ouverte
8t + 6w - 7t =
Slide 11 - Question ouverte
-x -6d + 7x =
Slide 12 - Question ouverte
6x - 7y -3x + 2y =
Slide 13 - Question ouverte
5x + 6aq + 5x - 9aq =
Slide 14 - Question ouverte
-x -6d + 14x - 6d =
Slide 15 - Question ouverte
6x - 12y - 10x - 3y =
Slide 16 - Question ouverte
-12a - 10y -11a + 12y =
Slide 17 - Question ouverte
8t + 7w - 14t - 3w =
Slide 18 - Question ouverte
5rs + 7ab + 12rs - 8ab =
Slide 19 - Question ouverte
4x - 2 + 4x - 8 =
Slide 20 - Question ouverte
-x + 4y + x - 2y
Slide 21 - Question ouverte
-2a - b - 4a + 2b =
Slide 22 - Question ouverte
-4 + 10a - 6 - 10a =
Slide 23 - Question ouverte
-2a + ab + 8a - 2ab =
