H2 Van de bergen naar de zee - Par 3 Het stroomgebied van de Rijn - Les 1

H2.3 Het stroomgebied van de Rijn
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2.3 Het stroomgebied van de Rijn

Slide 1 - Diapositive

Herhalen
herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen

Slide 2 - Diapositive

1   =
2 = 
3 = 
4=
5=
eindmorenen 
gletsjer 
gletsjerpoort
gletsjerrivier
zijmorene

Slide 3 - Question de remorquage

Zet het juiste begrip bij de tekst
rivieren van ijs die langzaam van de hellingen naar beneden glijden
Periode waarin de gemiddelde temperatuur op aarde een paar graden daalde.
korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw.
Een verzameling van overjarige sneeuw hoog in de bergen. Het begin van de gletsjer
Gletsjer
IJstijd / Glaciaal
Firn
Firnbekken

Slide 4 - Question de remorquage

Wat is firn?
A
In de ijstijd valt veel neerslag. Dat is firn.
B
In de ijstijd valt veel sneeuw. Die sneeuw bevriest en verandert in de jaren in firn.
C
Firn is korrelachtige, overjarige en ijsachtige sneeuw ontstaan door ontdooien en bevriezen

Slide 5 - Quiz

U-dal
Gletsjer
V-dal
Rivier

Slide 6 - Question de remorquage

Erosie
Verwering

Slide 7 - Question de remorquage

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding
Mechanische verwering: planten
Mechanische verwering: temperatuur
Mechanische verwering: water
Chemische verwering

Slide 8 - Question de remorquage

Leerdoelen
1. Je kunt met minstens 3 onderdelen de waterkringloop beschrijven.
2. Je kunt de 3 soorten rivieren benoemen en beschrijven.
3. Je kunt  in eigen woorden beschrijven welke gevolgen een rivier heeft voor het landschap.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Waterkringloop

Slide 11 - Diapositive

Waterkringloop (bb118)
De waterkringloop is de voortdurende verplaatsing van water over de aarde.
Verdamping --> condensatie --> wind --> neerslag boven land --> water langzaam of snel terug:
A. Rivieren
B. Via grondwater
(of opgeslagen in ijskappen)

Door verdamping terug de lucht in:

- direct vanuit oppervlaktewater = evaporatie 

- via de bladeren van planten en bomen = transpiratie

 evaporatie + transpiratie = evapotranspiratie

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Benedenloop
Bovenloop
Middenloop

Slide 14 - Diapositive

Stroomgebied
en
Waterscheiding
Stroomstelsel:
Een hoofdrivier met al zijn zijrivieren.

Het gebied dat afwatert op één hoofdrivier noemen we het stroomgebied.

Het stroomgebied word gescheiden van een ander stroomgebied door een waterscheiding. Dit is bijvoorbeeld een gebergte.

Slide 15 - Diapositive

Soorten rivieren
gletsjerrivier = afhankelijk smeltwater gletsjers
gemengde rivier = regenwater en smeltwater 

regenrivier = afhankelijk regenwater
Rivier = natuurlijke waterloop die water afvoert uit een gebied.

Slide 16 - Diapositive

waterscheding 
stroomgebied 

Slide 17 - Question de remorquage

Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Gemengde rivier
Regenrivier
Gletsjerrivier

Slide 18 - Question de remorquage

Condensatie
Verdamping
Verdamping
Neerslag (regen)
Korte 
waterkring-
loop
Afwatering
Grondwaterafvoer
Langewaterkringloop
Condensatie
Evapotranspiratie
Neerslag (regen)
Afwatering
Neerslag (sneeuw)

Slide 19 - Question de remorquage

Leerdoelen
1. Je kunt met minstens 3 onderdelen de waterkringloop beschrijven.
2. Je kunt de 3 soorten rivieren benoemen en beschrijven.
3. Je kunt  in eigen woorden beschrijven welke gevolgen een rivier heeft voor het landschap.

Slide 20 - Diapositive