1.6 en 1.7 Referentiematen en Vuistregels en formules

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Domein 1: Grootheden en eenheden

1.1 Getallen, grootheden en eenheden

1.2 Lengte

1.3 Gewicht

1.4 Tijd

1.5 Andere maten en voorvoegsels

1.6 Referentiematen

1.7 Vuistregels en formules       1.8 Gemengde opdrachten

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?

Grootheid

Eenheid

lengte

oppervlakte

seconde

kilogram

snelheid

centimeter

uur

tijd

kilometer

gewicht

hectare

Lesdoel van vandaag:

Je leert wat referentiematen zijn.

Je leert schattingen maken met referentiematen. 

1.6 referentiematen

1.6 referentiematen

Referentiematen inhoud

Referentiematen lengte

Nederland telt ongeveer ... miljoen inwoners.

1. 2 miljoen
2. 10 miljoen
3. 17 miljoen
4. 25 miljoen

Je wandelt ongeveer ... km/h.

1. 2 km
2. 5 km
3. 8 km
4. 10 km

Een verdieping van een gebouw in ongeveer .... hoog.

1. 3 m
2. 30 m
3. 30 cm
4. 3 cm

Een volwassen man is ongeveer .... lang.

1. 150 cm
2. 200 cm
3. 1,80 m
4. 1 meter

De hoogte van een deur is ongeveer ....

1. 2 dm
2. 2 cm
3. 2 m

Je fietst ongeveer ... km/h.

1. 10 km
2. 12 km
3. 15 km
4. 20 km

We hebben een gedachte of een beeld als we

een bepaalde maat horen. Dit maakt het schatten van een maat gemakkelijker. 

Als je zo'n maten in je hoofd hebt zitten noem je dat 

REFERENTIEMATEN.

Kort samengevat:

De rotondeborden inclusief de paal hebben een hoogte van 95 cm.

Hoeveel centimeter is de lengte van de bijl ongeveer?

Leg uit hoe je aan je antwoord komt.

1 bord is 95 cm.

4x 95 cm= 380 cm

Bij een rustige fietstocht verbrand je ongeveer 250 kcal/h.

Hoeveel kcal heb je ongeveer verbrand na een tocht van 45 km?

190 kcal
1 uur	32 uur

5 km	160 km
1 uur	32 uur

Bij een rustige fietstocht verbrand je ongeveer 250 kcal/h.

Hoeveel kcal heb je ongeveer verbrand na een tocht van 45 km?

250 kcal
1 uur

15 km	45 km
1 uur

Bij een rustige fietstocht verbrand je ongeveer 250 kcal/h.

Hoeveel kcal heb je ongeveer verbrand na een tocht van 45 km?

190 kcal	475	3...
60 min	150 min	1

5 km	12,5 km	1
60 min	150 min	12

Een koerier heeft na 5 maanden deze kilometerstand op zijn teller staan.

Hoeveel kilometer zal hij in één jaar rijden (als hij elke maand dezelfde afstand rijdt)?

afst	55.555
tijd	5 maand	12	1

Hoeveel zal hij per jaar aan benzine betalen als die € 1,62 per liter kost en de auto 1 liter op 15 km rijdt? 

Rond je antwoord af op twee decimalen.

prijs	1,62
liter	1	8.888

Hoeveel zal hij per jaar aan benzine betalen als die € 1,62 per liter kost en de auto 1 op 15 rijdt?

Rond je antwoord af op twee decimalen.

133.332 km : 15 = 8.888,8 liter

8.888,8 x 1,62 = 14.399,86

Hij betaalt € 14.399,86 aan
benzine

1.1 Getallen, grootheden en eenheden

1.2 Lengte

1.3 Gewicht

1.5 Tijd

1.6 Referentiematen

1.7 Vuistregels en formules

1.8 Gemengde opdrachten

Grootheden en eenheden

Leerdoelen 1.7

• Je leert formules herkennen als vuistregel of als rekenregel
• Je leert hoe je met formules en vuistregels verbanden kunt beschrijven

Vuistregel

Een vuistregel is een gemakkelijke manier om een veelvoorkomende berekening te kunnen uitvoeren.

Bijvoorbeeld:

Gezond gewicht in kg = lichaamslengte in cm - 100

Formules

Een formule is een nauwkeurig berekening.

Bijvoorbeeld:

Oppervlakte = lengte x breedte

Een taxichauffeur berekent de prijs van een taxirit met de formule:
prijs taxirit in € = 3 + aantal kilometer × 2
Bereken de prijs van een taxirit van 9 km.

1. 16
2. 18
3. 24
4. 21

prijs taxirit in € = 3 + aantal kilometer × 2 

prijs = 3 + 9 × 2 = 3 + 18 = € 21,-

De prijs van een taxirit van 9 km is € 21,-.

Een volwassen persoon weegt ongeveer 80kg.
Hoeveel volwassen personen
mogen tegelijk in deze lift?

1. 5
2. 6
3. 7
4. 8

Een maand heeft ongeveer 4 weken.
Een maand heeft ongeveer 30 dagen.

Destiny gaat voor 9 maanden naar Australië.
Hoeveel weken is dat ongeveer?

1. 36
2. 37
3. 38
4. 40