Genetica les 2: monohybride kruisingen

Genetica: monohybride kruisingen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Genetica: monohybride kruisingen

Slide 1 - Diapositive

Planning van vandaag:
  1. Terugblik vorige week 
  2. Start monohybride kruisingen 
  3. Aan de slag! 

Slide 2 - Diapositive

Toetsdatums
  • Toets: 3 juli
  • Inhaalmoment: 10 juli
  • Inleveren literatuuronderzoek: 26 juni  

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen:
Aan het einde van deze:

  1. Kun je uitleggen wat een monohybride kruising is
  2. Weet je wat de begrippen dominant, recessief, homozygoot en heterozygoot betekenen
  3. Kun je zelfstandig een monohybride kruising oplossen


Slide 4 - Diapositive

Terugblik vorige les:

Slide 5 - Diapositive

Als we het hebben over de uiterlijke kenmerken, dan noemen wij dat het:
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 6 - Quiz

Alleen het fenotype kan veranderen, het genotype niet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat is een mutatie?
A
Het veranderen van het fenotype
B
Het verkeerd kopiëren van dna
C
Een plotselinge verandering van een gen

Slide 8 - Quiz

Geslachtscellen zijn haploïd
A
Juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Diploïd betekent dat de celkern van elke chromosoom maar één streng heeft
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Het vrouwelijke geslachtschromosoom wordt ook wel XX genoemd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

De mannelijke zaadcel 'beslist'uiteindelijk of het nageslacht een jongen of een meisje wordt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Monohybride kruisingen
'Met behulp van kansberekeningen de kans dat de nakomeling een bepaalde eigenschap van de ouders krijgt berekenen'

  • Kennis van bepaalde begrippen

Slide 13 - Diapositive

Begrippen monohybridekruisingen 
  • Dominante allelen
  • Recessieve allelen  
  • Homozygoot
  • Heterozygoot 

Slide 14 - Diapositive

Allelen
  • Een allel is een gen waarvan verschillende versies bestaan
  • Bijvoorbeeld het gen dat de kleur van de ogen bepaald 




Slide 15 - Diapositive

Dominante genen
  • Een dominant gen betekent dat dit gen ‘sterker’ is dan het recessieve gen
  • Dit zorgt ervoor dat er slechts 1 van beide genen tot uiting komt in het fenotype
  • Het dominante gen schrijven we met een hoofdletter 

Slide 16 - Diapositive

Recessieve genen
  • Een recessief gen is een dat minder 'sterk' is
  • Een recessief gen komt niet tot uiting wanneer er een dominant gen aanwezig is 
  • Een recessief gen wordt geschreven met een kleine letter

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Een nakomeling erft van elke ouder
1 gen voor een bepaald kenmerk.

Voorbeeld: van de vader krijgt de 
nakomeling het gen voor blauwe ogen (blauwe bolletje)
en van de moeder het gen van bruine ogen (aangeduid met een bruin driehoekje)

Slide 19 - Diapositive

Homozygoot
Als twee allelen hetzelfde zijn = homozygoot

Slide 20 - Diapositive

Heterozygoot
Als twee allelen verschillend zijn (bijv. een gen voor blauwe ogen en voor bruine ogen)

Slide 21 - Diapositive

Monohybridekruising opstellen
Stap 1: Bepaal het genotype (allelen)
van de ouders

  • Wat is het genotype van de moeder                                                    in letters?
  • Wat is het genotype van de vader                                                            in letters?

Slide 22 - Diapositive

Stap 2: Bepaal welke kenmerken (letters) elke ouder kan weggeven

Vader: 
Moeder: 

Slide 23 - Diapositive

Stap 2: Bepaal welke kenmerken (letters) elke ouder kan weggeven

Vader: b en b
Moeder: B en b

Slide 24 - Diapositive

Stap 3: Vul het kruisingsschema in: bb x Bb




Slide 25 - Diapositive

Oefenen: in verhaalvorm
Een zwarte cavia wordt gekruist met een witte cavia. Het allel voor zwarte vachtkleur is dominant over het allel voor een witte vachtkleur. De zwarte cavia is heterozygoot, de witte cavia is homozygoot

Maak met deze gegevens een kruisingsschema. Hoeveel procent van de nakomelingen zal een witte vachtkleur hebben?

Slide 26 - Diapositive

Oefening 2
Een voskleurig paard wordt gekruist met een zwartkleurig paard. De kleur zwart is dominant over de kleur vos. Het zwarte paard is homozygoot. 

Is het voskleurige paard homo- of heterozygoot voor de vachtkleur? En waarom?

Slide 27 - Diapositive

Zelf oefenen!
W: Zelfstandig oplossen monohybride kruisingen 
H: Werkblad
H: Je klasgenoten 
T: 15 min
U: Zelfstandig oplossen monohybride kruisingen
K: Alvast verder met literatuuronderzoek 

Slide 28 - Diapositive