2.1 NAAR EEN ANDER SOORT LEVEN (DEEL 1)

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Naar een ander soort leven
2.1

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  •  Introductie: Hoofdstuk overzicht
  • Uitleg: Introductie H2
  •     Werktijd: Intro opdrachten afronden
  •      Afsluiting: Voor de volgende les...

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Deze les
Grondwet
Napoleon
Eerst en tweede kamer

Slide 8 - Diapositive

Napoleon
Aan het begin van de 19e eeuw hoorde Nederland bij het Franse keizerrijk

Wie was Napoleon?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Nadat Napoleon verslagen is krijgt Nederland een koning. Er waren mensen die de koning hielpen. Deze mensen noemen wij ministers. Samen waren zij de Eerste en de Tweede Kamer.

Slide 11 - Diapositive

De Eerste en de Tweede kamer hebben wij nu nog steeds...

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

De grondwet
Alle belangrijke wetten, rechten en plichten van de inwoners van Nederland zijn opgeschreven in de grondwet. De eerste grondwet. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Maken:
  • Introductie lezen en maken opdracht 1 en 2
  • Blz. 44 t/m 45

Hoe?
  • In tweetallen of alleen
  • Zachtjes overleggen
  • Vraag? Steek je vinger op
c 2.1 bekijken: Naar een ander soort leven



Hoe?
  • Tekst lezen en begrippen bekijken
  • Vragen opschrijven van dingen die je niet begrijpt.
timer
1:00
Goed zo! 
Jij verdient even tijd om iets leuks te doen!

Hoe?
  • Ga iets voor jezelf doen.
  • Doe dit zachtjes
  • Vraag? Steek je vinger op

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

2.1 Naar een ander soort samenleving

-Hoe werd Nederland vanaf 1815 bestuurd?

-Wat veranderde de grondwet van 1848 aan dit bestuur?

Slide 18 - Diapositive

Koninkrijk der Nederlanden
- 1815: koning Willem I werd staatshoofd. 

- Nederland en België werd één land. 


Slide 19 - Diapositive




Napoleon

Nederland tot 1813
  • Onderdeel van Frankrijk
  • Een Franse koning in Nederland: Lodewijk Napoleon

Slide 20 - Diapositive

Nederland
Nederland werd een koninkrijk met een grondwet. 
          constitutionele monarchie. 

De koning was de leider van de regering. Hij regeerde samen met ministers. Zij maakten de wetten en zorgden ervoor dat die werden uitgevoerd. 

Ook was er een parlement met een Eerste Kamer en een Tweede Kamer. Samen noem je die Staten-Generaal. Zij stemden of wetten konden worden uitgevoerd.

 De koning koos de leden van de Eerste Kamer. De rijkste mannen uit het land kozen de leden van de Tweede Kamer. 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Steeds meer mensen waren ontevreden over het bestuur. Rijke ondernemers wilden meer inspraak (liberalen). 

Zij streefden naar vrijheid in de politiek.

Niet iedereen wilde dit (conservatieven). Zij wilde dat de macht bij de koning en de adel bleef. 

In 1830 kwamen liberalen en katholieken in Zuid-Nederland in opstand tegen de koning. Zij stichtten een nieuw koninkrijk, namelijk België.

Slide 23 - Diapositive

Nieuwe grondwet 1848
  • Koning Willem II wordt koning (1840)
  • Veel democratische revoluties in Europa
  • Nieuwe grondwet in 1848 door Thorbecke.
  • Burgers kregen meer vrijheden en het parlement kreeg meer te zeggen. 
  • De koning mocht zich niet meer bemoeien met de politiek. 
  • Eerste Kamer werd gekozen door volksvertegenwoordiging in de provincies. 


Slide 24 - Diapositive

Belangrijke begrippen: 
Staatshoofd: Persoon met het hoogst gezag in de staat

Constitutionele monarchie: een regeringsvorm waarbij dek koning zich aan de grondwet moet houden. 

Ministers: lid van de regering

Eerste Kamer: deel van de Staten-Generaal (het parlement), waarvan de leden door de volksvertegenwoordiging in de provincies gekozen zijn.

Tweede Kamer: Deel van de Staten-Generaal (het parlement), waarvan de leden door burgers gekozen zijn.

Liberalen: iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid. 

Conservatieven: iemand die in de politiek streeft naar behoud van bestaande toestanden. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Uit welke landen bestond het Koninkrijk der Nederlanden in 1815?
A
Nederland en Duitsland
B
Nederland en Friesland
C
Nederland en België
D
Nederland, België en Luxemburg

Slide 27 - Quiz

Wie was het staatshoofd in 1815?
A
Willem I
B
Willem II
C
Leopold
D
Willem van Oranje

Slide 28 - Quiz

Wat is een constitutionele monarchie?
A
Een land met een koning
B
Een land met een grondwet
C
Een land met een gekozen president
D
Een land met een koning en een grondwet

Slide 29 - Quiz

Mensen die meer inspraak en vrijheid in de politiek wilden noemen we ...
A
Liberalen
B
Conservatieven

Slide 30 - Quiz

Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Maken:
  • Opdracht 1 t/m 5 
  • Blz. 46 t/m 48 

Hoe?
  • In tweetallen of alleen
  • Zachtjes overleggen
  • Vraag? Steek je vinger op
Opdrachten nakijken



Hoe?
  • Klaar? Laat zien aan de leraar.
  • Haal een nakijkboekje op het OLC.
  • Verbeteren met een andere kleur pen.
  • Klaar? Laten zien aan de leraar.
timer
1:00
Goed zo! 
Jij verdient even tijd om iets leuks te doen!

Hoe?
  • Ga iets voor jezelf doen.
  • Doe dit zachtjes
  • Vraag? Steek je vinger op

Slide 31 - Diapositive