spelling herhaling 4



Herhaling 4
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon



Herhaling 4

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je leren:
  • Je herhaalt verschillende spellingscategorieën

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is het verkleinwoord van

vriend

Slide 4 - Question ouverte

Waar staan de verkleinwoorden goed geschreven?
boom - stoel - poot
A
boomje - stoelje - pootje
B
boompje - stoelpje - pootje
C
boompje - stoeltje - poottje
D
boompje - stoeltje - pootje

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Maak de samenstellingen
hoofd
ijs
klim
speur
feest
dag
koud
pijn
hond
rek

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Vidéo

Wat rijmt er allemaal op

gang

A
bang
B
lang
C
bank
D
eng

Slide 9 - Quiz

Wat zie je hier?
Gebruik kaart
K3

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Welke letter hoort er op de puntjes?
s
z
.oeken
.older
.ak
.jaal
.elf
.alto
.urfen
.ap
.aai

Slide 13 - Question de remorquage

Lees de uitlegkaarten en woorden van R2, R3, K3 en O4

oefen nu op www.spellingoefenen.nl met deze categorieën

Slide 14 - Diapositive