H2, par 3 Stad en land

Par 3 Stad en land
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Par 3 Stad en land

Slide 1 - Diapositive

Lezen
Basis: blz 28 en 29, Stad en land.
Kader: blz 28 en 29, Stad en land.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt het begrip mobiliteit uitleggen.
- Je weet wat vertrek en vestigingsredenen zijn.
- Je weet wat forensen zijn.
- Je kunt uitleggen waarom afstanden steeds ‘ kleiner’ zijn geworden.
- Je weet wat een groeikern is een waarom de overheid deze aan heeft gewezen.

Slide 3 - Diapositive

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Diapositive

Mensen verhuizen van de stad naar het platteland? Welk begrip is dat?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie
D
Verstedelijking

Slide 5 - Quiz

Welk begrip hoort er bij de omschrijving: het minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft.
A
Reikwijdte
B
Industriële Revolutie
C
Drempelwaarde
D
Suburbanisatie

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van CBD?
A
Central Boeren District
B
Central Business District
C
Central Bedrijfs District
D
Corona Bier Dieven

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
A
Urbanisatie, re-urbanisatie, suburbanisatie
B
Suburbanisatie, re-urbanisatie, urbanisatie
C
Re-urbanisatie, urbanisatie, suburbanisatie
D
Urbanisatie, suburbanisatie, re-urbanisatie

Slide 8 - Quiz

Wat zien we op het plaatje?
A
Renoveren
B
Migreren
C
De Amsterdam Arena
D
Saneren

Slide 9 - Quiz

Mensen verhuizen van het platteland naar de stad, welk begrip hoort hierbij?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie
D
Verhuizen

Slide 10 - Quiz

Herhalen
Ontstaan steden
Urbanisatie
Suburbanisatie
Jonge stad
Oude stad
Voorzieningen

Slide 11 - Diapositive

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 12 - Diapositive

De stad uit
Er zijn verschillende redenen voor mensen om de stad uit te gaan.
Vertrekredenen
Vestigingsredenen

Slide 13 - Diapositive

Vertrekredenen
      om de stad uit te gaan:
      - drukte
      - verkeersoverlast
      - criminaliteit
- dure woningen

Slide 14 - Diapositive

Vestigingsredenen
om buiten de stad te wonen:
     - groen
     - rust
     - station, snelweg
- goedkoper en groter huis

Slide 15 - Diapositive

Mobiliteit
Het gemak waarmee iemand zich verplaatst.
De mobiliteit van mensen nam in de jaren 60 enorme toe: tweedehands auto en openbaar vervoer. 

Slide 16 - Diapositive

Afstand
Relatieve afstand = de afstand in tijd, moeite en geld.

Absolute afstand = de afstand in kilometers (hemelsbreed).

Slide 17 - Diapositive

Groeikernen
  veel vertrekkers uit de stad
    gingen naar groeikernen
    (= gemeenten die veel huizen
    mochten bouwen).
Suburbanisatie.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Forensen
Forens = iemand die in een andere plaats werkt dan dat hij woont.
Fileprobleem.

 

Slide 20 - Diapositive

Vinex-wijken
Een woonwijk die dichterbij de stad wordt gebouwd.
Bewoners kunnen dan op de fiets of met het ov naar hun werk in de stad.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 23 - Diapositive

Wat is mobiliteit?
A
de mogelijkheid om je ter verplaatsen
B
alle vervoersmiddelen
C
het verkeer
D
telefoons

Slide 24 - Quiz

Absolute afstand blijft altijd gelijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Iemand die dagelijks heen en weer reist tussen woon- en werkgemeente
A
bereikbaarheid
B
mobiliteit
C
forens
D
jager

Slide 26 - Quiz

In de jaren '60 vertrokken vooral gezinnen de stad uit. Hoe noem je dit?
A
Urbanisatie
B
Migratie
C
Forens
D
suburbanisatie

Slide 27 - Quiz

En nu?
Check of alle leerdoelen op je mindmap staan.
Maak de vragen van paragraaf 3.  

Slide 28 - Diapositive