China §1.1 en §1.2

SO MH2 - China
Dit is het SO over §1.1 en §1.2. Lees de vragen goed, check je antwoord en maak de tekenvraag.


1 / 7
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 7 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

SO MH2 - China
Dit is het SO over §1.1 en §1.2. Lees de vragen goed, check je antwoord en maak de tekenvraag.


Slide 1 - Diapositive


Bekijk de figuur hiernaast. Klik om hem groter te maken.

Welke titel hoort bij deze kaart?
A
De bevolkingsdichtheid in China: hoe donkerder de kleur, hoe hoger de bevolkingsdichtheid.
B
Het reliëf in China: hoe donkerder de kleur, hoe meer reliëf er is.
C
De jaarlijkse neerslag in China: hoe donkerder de kleur, hoe meer neerslag er valt.
D
De welvaart in China: hoe donkerder de kleur, hoe rijker de mensen.

Slide 2 - Quiz

hoge bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 3 - Question de remorquage

De Chinese overheid maakt migratie van het oosten naar het westen aantrekkelijk. Waarom is dat zo?
A
Het klimaat is in het westen van China beter en makkelijker om in te leven.
B
Zodat mensen daar kunnen gaan werken in de SEZ’s om de economie van China te stimuleren.
C
Zodat de afgelegen gebieden van China gaan ‘verchinezen’ en de overheid daar meer controle krijgt.
D
Zodat er meer mensen bij de buurlanden van China wonen. Hierdoor kunnen ze makkelijker handelen.

Slide 4 - Quiz

Wat is de betekenis van bevolkingspolitiek? Kies het juiste antwoord
A
Maatregelen van de overheid om het aantal en de spreiding van de bevolking te verhogen.
B
Maatregelen van de overheid om de bevolkingsdichtheid te verlagen.
C
Maatregelen van de overheid om de levensverwachting van de bevolking te doen verhogen.
D
Maatregelen van de overheid om het aantal en de spreiding van de bevolking te beïnvloeden.

Slide 5 - Quiz

Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist? Schrijft het nummer van de uitspraak op en schrijft er 'juist' of 'onjuist' bij.

1. De Himalaya ligt hoger dan 3.000 meter.
2. Verreweg de meeste Chinezen wonen in het oosten, in de laagvlakte.

Slide 6 - Question ouverte

Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist? Schrijft het nummer van de uitspraak op en schrijft er 'juist' of 'onjuist' bij.

1. Het hele gebied van de laagste traptrede in China bestaat uit toendra.
2. In het noordwesten van China valt de meeste regen.

Slide 7 - Question ouverte