Zugspitze, Schritt 24, periode 3, les 4

Willkommen, heute ist Freitag
der 17. Mai 2024
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Willkommen, heute ist Freitag
der 17. Mai 2024

Slide 1 - Diapositive

Lernziel(e)
1. Je leert korte teksten lezen en begrijpen.
2.Uitleg van het regelmatig werkwoord met de stam op -d/-t

Slide 2 - Diapositive

Programma:
Huiswerk nakijken
* Grammatica regelmatig werkwoord op -d/-t
* zelfstandig aan het werk




Slide 3 - Diapositive

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Diapositive

HUISWERK nakijken
1. Maak van Schritt 23,    Aufgabe 1, 2, 5, 6
2. Maak van Schritt 24, -> Aufgabe 1, 2,
2. Leer de woorden van Schritt 22 en Schritt 23

Slide 5 - Diapositive

Schritt 23, Aufg. 1
1. Werk voor jongeren
2. Vanaf 13 jaar
3. Toestemming van hun ouders
4. Ze mogen 2 uur per dag werken.
5. Ja, ze gelden ook in de vakantie.
6. Ze mogen 4 weken werken.
7. Ze hebben te weinig zakgeld.
8. Via het uitzendbureau

Slide 6 - Diapositive

Studiewijzer

Slide 7 - Diapositive

S23, Aufgabe 2
55 = fünfundfünfzig
30 = dreiβig
23 = dreiundzwanzig
101 = hunderteins
65 = fünfundsechzig
1073 = eintausenddreiundsiebzig
84 = vierundachtzig
40 = vierzig
99 = neunundneunzig
487 = vierhundertsiebenundachtzig

Slide 8 - Diapositive

S23, Aufgabe 2B
1. seine
2. ihre
3. mein
4. ihr
5. Ihr
6. dein
7. sein
8. euer


Slide 9 - Diapositive

S23, Aufgabe 5 
1. graag met kinderen spelen, of voorlezen, dat je misschien soms zelf op je broertje past
2. ’s avonds als ouders uit willen gaan
3. je moet onderhandelen, maar het uurloon begint bij rond vijf tot zeven euro
4. eigen antwoord

Slide 10 - Diapositive

S23, Aufgabe 6 
1. Dein
2. Dein
3. Unser
4. Euer
5. euere
6. seine

Slide 11 - Diapositive

Schritt 24, Aufg. 1
1. schwarz
2. Tasten
3. Klang
4. groß
5. Tasche
6. Speicher
7. Gesprächszeit
8. Laufzeit
9. Kamera
10. Internet

Slide 12 - Diapositive

Schritt 24, Aufg. 1C
1.Telefoon 
2, omdat het internet en een camera heeft
, meer gespreksuren 
en een langere looptijd van de accu.
2. de kleur


Slide 13 - Diapositive

Schritt 24, Aufg. 2
1. De Nokia 3210 heeft geen externe antenne.
2. Ja, er zijn 160 miljoen stuks verkocht.
3. Autocorrectie. Functie die helpt bij het schrijven van woorden.
4. T9-Functie.
5. 4,5 uur.
6. Tot 10 dagen.

Slide 14 - Diapositive

Weten jullie het nog?
Welk hulpmiddel helpt jullie bij het vervoegen van een regelmatig werkwoord???/

Slide 15 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord doe je door eerst de stam op te schrijven. 

Wat is de stam van een werkwoord?
  • De stam is het hele werkwoord - en of - n

Slide 16 - Diapositive

Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord komt de uitgang.
Dit zijn de volgende letters:  

                   (FE)    E - ST - T - EN - T - EN


 

Slide 17 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
                                                            werkwoord: wohnen                     stam: wohn
ich                    wohn e
du                     wohn st
er/sie es         wohn t
wir                    wohn en
ihr                     wohn t
sie                    wohn en
Sie                    wohn en


Slide 18 - Diapositive

Stam -d of -t
Stam maken en onderwerp in de zin zoeken blijven hetzelfde. 
Er zijn 3 uitzonderingen met de uitgang wanneer de stam op een -d of -t  eindigt. Bekijk de tabel hiernaast goed.

  • Wat is er anders?
  • Bij du, er/sie/es en ihr komt er een extra -e- tussen de stam en de uitgang. De uitgangen blijven hetzelfde. 
  • Waarom zou dat anders zijn?
  • Duitsers kunnen het woord anders niet goed uitspreken.
Pers. vnw
basisregel
stam op   -d of -t 
ich
e
e
du
st
st
er/sie/es
t
t
wir
en
en
ihr
t
t
sie/Sie
en
en

Slide 19 - Diapositive

regel voor regelmatige werkwoorden 
met stam eindigend op -d of -t
reden
FE-
ich
rede
du
red(e)st
er / sie / es
red(e)t
wir
reden
ihr
red(e)t
sie / Sie
reden
antworten
FE-
ich
antworte
du
antwort(e)st
er / sie / es
antwort(e)t
wir
antworten
ihr
antwort(e)t
sie / Sie
antworten

Slide 20 - Diapositive

An die Arbeit 
1. Maak van Schritt 24
    Aufgabe  6, 7
2. Maak van Schritt 25
    Aufgabe 2, 5 en 9


    


Slide 21 - Diapositive

Hausaufgaben
1. Maak van Schritt 24
    Aufgabe 6, 7
2. Maak van Schritt 25
    Aufgabe 2, 5 en 9
3. Leer de grammatica van het regelmatig werkwoord met stam  op -d/-t

Slide 22 - Diapositive

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1. Je leert korte teksten lezen en begrijpen.
2.Uitleg van het regelmatig werkwoord met de stam op -d/-t

Slide 23 - Diapositive

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: werkwoorden haben / sein
                    zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
                    leren Wörterliste A, S. 41

2. Maken van Kap. 3:  
     3.3 t/m 3.6, 4.3,  5.2, 6.4, 8.2 , 19.4

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive