Evolutie les 1 Nova 4

Darwinisme: Variatie

2 soorten binnen een soort kunnen op elkaar lijken, maar zijn nooit hetzelfde.

Kleine verschillen komen voor,
noodzakelijk voor optreden van evolutie.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Darwinisme: Variatie

2 soorten binnen een soort kunnen op elkaar lijken, maar zijn nooit hetzelfde.

Kleine verschillen komen voor,
noodzakelijk voor optreden van evolutie.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evolutie

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van deze les
Je kunt
  • beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt.
  • naast het Darwinisme andere theorieën omschrijven. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent evolutie? (je mag de vraag zelf beantwoorden of het kort opzoeken op internet)

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Evolutietheorie
De natuurwetenschappelijke theorie die beschrijft hoe het leven op aarde zich heeft ontwikkeld, door evolutie.

Het process waarbij erfelijke eigenschappen van een populatie van organismen veranderen in de loop van de generaties als gevolg van genetische variatie, voortplanting en selectie.

 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennen jullie al evolutietheorieën? Ja, welke?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende evolutietheorieën
Vinden allemaal dat zij de beste theorie hebben

  • Darwinisme
  • Creationisme
  • Cuvier
  • Lamarck
  • Neodarwinisme

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woorden heb je de vorige keer onderstreept (kernwoorden)

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Evolutietheorieën
Darwinisme (Darwin, 1809-1882)
Survival of the fittest en Struggle for life in
boek “On the origin of species“.

Evolutie is een proces waarbij erfelijke
eigenschappen binnen een populatie
veranderen in de loop van de generaties als
gevolg van genetische variatie, voortplanting
en natuurlijke selectie.



Slide 9 - Diapositive

Charles Darwin = grondlegger van de evolutietheorie
 
Een theorie is geen geloof, maar een wetenschappelijk concept onderbouwd met bewijzen
Darwinisme
Natuurlijke selectie

Individuen die het beste aangepast zijn, hebben de beste overlevingskansen
=
Grotere kans om eigenschappen door te geven aan nakomelingen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Darwinisme
Drie basisprincipes
  1. Variatie
  2. Selectie
  3. Erfelijkheid

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Darwinisme: selectie

Variaties = aanleiding tot selectie. 

Welke eigenschappen zijn gunstig en welke nadelig? 
Survival of the fittest

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Darwinisme: Erfelijkheid

Darwin wist nog niet hoe, maar wist wel dat organismen eigenschappen doorgeven aan volgende generaties.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evolutietheorieën
Catastrofe theorie (Cuvier, 1768-1832)
Paleontoloog (fossielen onderzoek).
Verklaarde de aanwezigheid van
verschillende soorten in verschillende
aardlagen door catastrofes, steeds opnieuw
ontstaan van leven.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Cuvier
Catastrofentheorie
  • Geloof waarbij uitgestorven dieren omkomen door geologische rampen (overstromingen, aardbevingen, branden, etc.)
  • Na ieder catastrofe een nieuwe schepping.
  • Dit verklaarde de variatie van de fossielen tussen de aardlagen in.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Darwin en Cuvier
Het verschil was dat Darwin geloofd dat alle organismen een gemeenschappelijke voorouder hadden, terwijl Cuvier geloofde dat verschillende organismen afzonderlijk waren gecreëerd.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Darwin en Cuvier
Darwin was het echter niet eens met Cuviers opvattingen over catastrofes als de drijvende kracht achter het ontstaan van nieuwe soorten. Daarom past hij de ideën van Cuvier aan. Zijn stelling was dat dieren en planten zich ontwikkelen door een voortdurend proces van natuurlijke selectie. Sommige soorten sterven uit en nieuwe soorten ontstaan.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evolutietheorieën
Lamarckisme (Lamarck,1744-1829)
Verworven eigenschappen tijdens het leven
worden doorgegeven aan de volgende
generatie.

Slide 19 - Diapositive

Jean-Baptiste de Lamarck
Hoogleraar zoologie (=dierkunde)

Karakteristieken van een organisme verworven tijdens zijn leven worden doorgeven aan nakomelingen
Erfelijk worden van verworven eigenschappen (modificaties).
Giraffen: ontwikkeld uit voorouders die hun nek steeds meer moesten rekken om te eten. 

Evolutietheorieën
Creationisme: alle levende 
wezens zijn door God 
geschapen.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Evolutietheorieën
Evolutiotheorie (Wallace , 1823-1913)
Vergelijkbaar met die van Darwin maar hij 
dacht dat er bij de evolutie van de mens wel
ingrijpen van een hoger wezen was geweest.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evolutietheorieën
Neodarwinisme 
De theorieën van Mendel (1822-1884) en de ontdekking van
DNA door Watson en Crick (1950) brachten de verklaring voor
de theorieën van Darwin.





Slide 23 - Diapositive

Zelfde als Darwinisme, maar dan gecombineerd met de erfelijkheidsleer van Gregor Mendel en de populatiegenetica

Combinatie van mutatie en natuurlijke selectie zijn de bron van evolutie

Natuurlijke selectie kan dit process bevorderen of juist tegengaan

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Evolutietheorieën
Creationisme:
  • de aarde en organismen zijn geschapen
  • sommige organen te ingewikkeld om  door evolutie te zijn ontstaan --> intelligente schepper
Lamarck (1744-1829):
  • eigenschappen veranderen tijdens leven individu
  • veranderde eigenschap wordt doorgegeven
Cuvier (1768-1832):
  •  Verschillen door catastrofes
Darwin (1809-1882):
  • On the origin of species (1859) --> evolutietheorie
Neodarwinisme / Gregor Mendel (1822-1884)
DNA bevat alle erfelijke eigenschappen
  • Voor het eerst ontdekt in 1871
  • Structuur pas ontdekt in 1953

Slide 25 - Diapositive

Gregor Mendel (1822-1884), die de erfelijkheid bestudeerde in een tuin van erwten. Mendel (Fig. 1) de zoon van eenboer, was altijd geïnteresseerd in planten, en gedurende zijn studies aan de universiteit van Wenen, had hij een opleiding gehad in wiskunde en leerde hoe hij experimenten kon opzetten en de data analyseren. In de jaren 1850 besliste hij om een experiment op te starten om beter te begrijpen wat soorten zich doen onderscheiden en wat het mogelijk maakte om hybriden te vormen. Hij kruiste duizenden erwtenplanten en registreerde hoe kenmerken werden door gegeven van de ene generatie naar de andere.

Evolutiotheorie (Wallace , 1823-1913)
Vergelijkbaar met die van Darwin maar hij 
dacht dat er bij de evolutie van de mens wel
ingrijpen van een hoger wezen was geweest.
Aanwijzingen voor evolutie
Vergelijkbare embryonale ontwikkeling van verschillende soorten 
– welke dieren zijn dit?

A      B      C       D        E      F

Slide 26 - Diapositive

A vis, B salamander, C schildpad, D kip, E konijn, F mens
Welke dieren zijn het?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanwijzingen voor evolutie
Fossielen

Slide 28 - Diapositive

 Fossielen bieden een terugblik op het vroegere leven op aarde
Vooreerst zijn er fossielen, die een terugblik geven van vroeger leven op aarde. Fossielen geven weer dat het leven op aarde een lange geschiedenis kent, waarbij verschillende dieren en planten momenten van glorie en van catastrofen kenden. Denk maar aan het tijdperk van de dinosauriërs. Men kan duidelijk verwantschappen tussen deze organismen, hun tijdgenoten, hun voorouders en de organismen die nog steeds leven reconstrueren. Ze maken allen als het ware deel uit van een evolutionaire parade. Soms laten fossielen zelfs toe een glimp van deze parade te reconstrueren, zodat evolutie op lange tijdsschalen toch een beetje zichtbaar wordt. Dat het leven op aarde deel uitmaakt van een evolutionaire parade wordt door de moleculaire biologie bevestigd. Het onderzoek van genetisch materiaal en geproduceerde eiwitten laat toe afstammeling verbanden van huidige soorten te documenteren.
Opdracht
  1. Lees de tekst op pagina 24 van lespakket Evolutie, DNA en fossielen (zit in je map). 
  2. Maak de opdrachten op pagina 25. In je projectschrift.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions