Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 145 min
Éléments de cette leçon
2.2 Arbeidsvoorwaarden
Slide 1 - Diapositive
Arbeidsvoorwaarden
de afspraken die gelden als je ergens werkt
Bijvoorbeeld:
hoeveel uur ga je werken? hoeveel ga je verdienen? wat zijn de werktijden? Je bespreekt dit in het arbeidsvoorwaardengesprek
Slide 2 - Diapositive
Arbeidscontract
Als je het eens kunt worden over de arbeidsvoorwaarden dan komt er een contract.
Hierin staan de rechten en plichten van jou en je baas.
Jij bent de werknemer
Je baas is de werkgever
Slide 3 - Diapositive
Wat staat er in je contract?
- naam van jou en je werkgever
- omschrijving van het werk dat je gaat doen (functieomschrijving)
- datum waarop je in dienst komt
- hoe lang je proeftijd is (meestal 1 maand)
- hoeveel uur per week je gaat werken
Slide 4 - Diapositive
wat staat er in je contract?
- hoeveel loon je krijgt
- of er toeslag is bij overwerken en onregelmatige diensten (ploegendienst)
- aantal vakantiedagen en vakantiegeld
- hoe lang je contract loopt (tijdelijk of vast)
- wat de opzegtermijn is (1 maand of 3 maanden)
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Diapositive
CAO
Soms valt jouw werk onder een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst)
Sommige punten staan dan niet in het contract maar in de CAO.
De regels in de CAO gelden voor alle werknemers in dezelfde bedrijfstak. Bijvoorbeeld alle leraren.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Loon
De hoogte van je loon hangt af van:
- je leeftijd
- je ervaring
- het soort werk wat je gaat doen
Hoe hoger opgeleid of ingewikkelder het werk hoe meer salaris. Meestal dan, het is niet altijd zo
Slide 10 - Diapositive
Brutoloon en nettoloon
In je contract staat je brutoloon. Daar worden eerst dingen van af gehaald:
- loonbelasting
- sociale premies
Wat overblijft krijg je gestort en dat is je nettoloon
Slide 11 - Diapositive
Vakantiegeld
Is altijd minimaal 8% van je brutoloon.
Wordt meestal in mei uitbetaald
Maar soms ook gewoon bij iedere maand
bij bijbaantjes is het sowieso bij het salaris
Slide 12 - Diapositive
Minimumloon
De overheid stelt een minimumloon op voor mensen vanaf 22 jaar daar moet een werkgever zich aan houden.
Voor werknemer tussen 15-22 jaar is er een minimum jeugdloon
Slide 13 - Diapositive
Ontslag
- Er is een opzegtermijn, wil je weg dan moet je dat op tijd aangeven. Soms moet je nog een tijd 'uitwerken'
- Je baas moet een goede reden hebben om je te ontslaan
- Op staande voet in ernstige gevallen, je moet dan direct vertrekken en je krijgt geen loon meer. Je hebt ook geen recht op een uitkering.
Slide 14 - Diapositive
ontslag op staande voet
1. diefstal
2. geweld
3. ongewenste intimiteiten
4. drugs
5. alcohol
Slide 15 - Diapositive
www.tiktok.com
Slide 16 - Lien
Een vader en zijn zoon zijn op weg van voetbaltraining naar huis. Onderweg rijden ze een tunnel in en uit het niets komt een auto op ze af die op de verkeerde weghelft rijdt. Er volgt een frontale botsing. De vader is op slag dood. De zoon wordt met gillende sirenes naar het ziekenhuis gebracht, waar een team van chirurgen klaarstaat om de jongen te redden.
De chirurg werpt bij het binnenrijden van de patiënt een blik op het gezicht van de jongen en zegt: 'Ik kan de operatie niet uitvoeren, deze jongen is mijn zoon.'
Hoe kan dat?
Raadsel
Slide 17 - Carte mentale
Gelijke behandeling
In artikel 1 van de grondwet staat dat je niet mag discrimineren.
Dat geldt natuurlijk ook op de werkvloer daarom is er de Wet Gelijke Behandeling (WGB)
deze verbiedt het maken van verschil tussen mannen en vrouwen op het werk.
Slide 18 - Diapositive
Wet Gelijke Behandeling
- mannen en vrouwen moeten hetzelfde loon krijgen als ze hetzelfde werk doen
- een vrouw mag niet ontslagen worden omdat ze zwanger is
Verder mag je niet discrimineren op leeftijd, huidskleur, handicap, geloof enz.
Slide 19 - Diapositive
toch discriminatie?
Meld je klacht bij het College voor rechten van de mens of bij de rechter