haben en sein herhaling tt, intro vt

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

haben/sein 

lesdoelen

Op het einde van de les(sen) weet je weer hoe je de hulpwerkwoorden haben/sein in de tegenwoordige tijd moet vervoegen 

en heb je kennis gemaakt met de verleden tijd.

haben/sein vervoegen

Om werkwoorden te kunnen vervoegen heb je een aantal dingen nodig:

- Je moet alle persoonlijke voornaamwoorden kennen.

persoonlijke voornaamwoorden

enkelvoud:

ik = ...

jij = ...

hij = ...

zij = ...

het = ...

persoonlijke voornaamwoorden

enkelvoud:

ik = ich

jij = du

hij = er

zij = sie

het = es

persoonlijk voornaamwoord

meervoud:

wij = ...

jullie = ...

zij = ...

u = ...

persoonlijk voornaamwoord

meervoud:

wij = wir

jullie = ihr

zij = sie

u = Sie

even oefenen

Wat is de juiste vertaling?

ik

1. ich
2. du
3. er
4. es

jullie

1. wir
2. ihr
3. sie
4. Sie

het

1. ich
2. er
3. sie
4. es

u

1. sie
2. es
3. wir
4. Sie

jij

1. du
2. sie
3. ihr
4. ich

Grammatik: haben sein

Combineer! 

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

Combineer! 

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

Haben und Sein

Ich ______ 13 Jahre

1. bin
2. ist
3. seid
4. sind

Warum ______ du gelogen?

1. habe
2. hast
3. hat
4. haben

Mein Vater _____ eine Schwester

1. habe
2. hast
3. hat
4. haben

Wir _____ in der Schule

1. bin
2. bist
3. ist
4. sind

En nu lastiger

Meine Mutter ............ 40 Jahre alt.
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Warum .......... du jetzt in Hamburg?
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Wer............. ein Haus gekauft?
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Was ............ deine Telefonnummer ?
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)