sociale en recreatieve activiteiten les 6 & 7

les 6 en 7
a11.1 Doelen van activiteiten
12.1 Stimuleren van ontwikkeling
13.1 Zintuigen en het geheugen

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
communicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

les 6 en 7
a11.1 Doelen van activiteiten
12.1 Stimuleren van ontwikkeling
13.1 Zintuigen en het geheugen

Slide 1 - Diapositive

Een rollenspel valt onder..
timer
1:00
A
Creatieve activiteit.
B
Woonactiviteit.
C
Toneel.
D
Dramatische expressie.

Slide 2 - Quiz

Als clienten .... activiteiten kunnen uitvoeren, geeft ze dit ook een gevoel bij eigenwaarde.
timer
1:00
A
Spelactiviteit
B
Woonactiviteit

Slide 3 - Quiz

leerdoelen
Aan het eind van de les weet je: 
  1. Welke vragen er gesteld moeten worden om een doel te stellen
  2. In welke 3 onderdelen je het stimuleren van de ontwikkeling kunt verdelen
  3. Welke activiteiten je kunt doen om de zintuigen en het geheugen te stimuleren
  4. Wat reminiscentie is? 

Slide 4 - Diapositive

Wat gaan we doen?
* voorlezen
* theorie doelen activiteiten
* raadsels
* theorie zintuigen
* theorie reminiscentie
* Uitleg toetsopdracht
* gezelschapsspelletjes
* opdrachten Boom maken

Slide 5 - Diapositive

Verschillende doelen
Voordat je een doel stelt voor een activiteit vraag je jezelf eerst de volgende vragen:
interesse (wat vindt de cliënt leuk)
mogelijkheden (wat kan de cliënt)
uitdagingen (op welke manier wordt de cliënt uitgedaagd)

Slide 6 - Diapositive

Hoe bepaal je een doel
Als je een activiteit gaat doen, dan stel je eerst het doel vast. 
Het doel is wat je wilt bereiken met de activiteit. 


wat wil je bereiken?
wat zijn de interessen van de doelgroep
Wat zijn de mogelijkheden bij de doelgroep
Uitdagingen van de doelgroep

Slide 7 - Diapositive

Praat om de beurt met je medestudent 

Welke vakantieplekken vind je leuk? 
Welke vakantie zou je ooit willen meemaken? 
Wat vind je lastig met reizen? 

Slide 8 - Diapositive

welke vraag stel je bij de bovenste aspecten bij het bepalen van het doel
Interesse
Uitdagingen
Mogelijkheden 
Wat vindt de cliënt leuk? 
Wat kan de cliënt?
wat kan de cliënt nog niet goed en hij zij leren?

Slide 9 - Question de remorquage

Activiteiten met verschillende doelen
  • recreatief doel
  • educatief doel
  • trainen van het geheugen
  • activiteiten en zintuigen
  • zelfredzaamheid stimuleren
  • veranderen van gedrag

Slide 10 - Diapositive

activiteiten om het geheugen te trainen doe je vooral met
A
baby's
B
schoolkinderen
C
pubers
D
ouderen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

welke ontwikkeling wordt hier gestimuleerd?
A
de cognitieve ontwikkeling
B
de motorische ontwikkeling
C
de zelfredzaamheid
D
de lichamelijke ontwikkeling

Slide 13 - Quiz

Doel stimuleren ontwikkeling
-motorische ontwikkeling:  
grove motoriek 
fijne motoriek 
sensomotorisch 
- verstandelijke of cognitieve ontwikkeling 
- sociale ontwikkeling 

Slide 14 - Diapositive

motorisch
verstandelijk
sociaal
denken leren
lichamelijk
omgang met een ander
sensomotorisch
cognitief
fijne motoriek
grove motoriek
samenwerken

Slide 15 - Question de remorquage

0

Slide 16 - Vidéo

woordjes brabbelen bij welke ontwikkelingsaspecten past dit
A
sociale
B
motorische
C
lichamelijke
D
cognitieve

Slide 17 - Quiz

Waar let je op bij het bedenken van activiteiten voor ouderen

Slide 18 - Question ouverte

Als je een activiteit gaat organiseren moet je rekening houden met de volgende punten:
A
de mogelijkheden van de deelnemers
B
activiteit moet aansluiten bij de deelnemers
C
rekening houden met het budget
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 19 - Quiz

Activiteiten kunnen verschillende doelen hebben. Welke omschrijving hoort bij het doel ''groepsactiviteit'' ?
A
Bevordert contacten tussen mensen
B
Doe je met twee of meer personen
C
Kun je iets van leren
D
Kom je mee in beweging

Slide 20 - Quiz

Raadsels

Slide 21 - Diapositive

Twee vaders en twee zonen gaan uit vissen. Ze vangen ieder één vis en nemen deze mee naar huis. Ze verliezen geen vis, maar komen maar met 3 vissen thuis. Hoe is dit mogelijk?

Slide 22 - Question ouverte

Er staan twaalf koeien onder één paraplu maar ze worden niet nat. Hoe kan dat?

Slide 23 - Question ouverte

Ik ben groot als ik jong ben, maar ik ben klein als ik oud ben. Wat ben ik?

Slide 24 - Question ouverte

Jantje werd op zijn vorige verjaardag 24 jaar, terwijl hij op zijn volgende verjaardag 26 wordt. Hoe is dit mogelijk?

Slide 25 - Question ouverte

Zintuigen van de mens

Slide 26 - Diapositive

Zintuigen reageren op ...
A
informatie
B
een impuls
C
een prikkel
D
dat waar je hersenen op willen reageren

Slide 27 - Quiz

Reminiscentie: Wat houdt dat in?

Slide 28 - Diapositive

Alle activiteiten die het geheugen van een oudere cliënt trainen noem je reminiscentie. 
Bij reminiscentie haal je herinneringen op uit het verleden. 
 De activiteiten gaan over wat een cliënt nog weet en kan. Daarom zijn ze goed voor het zelfvertrouwen van de cliënt.


Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Activiteiten om de zintuigen te prikkelen
  • Activiteiten gericht op het gehoor:  Liedjes en geluiden van vroeger kunnen herinneringen oproepen.
  • Activiteiten gericht op het zien : Bekijken van foto’s en ook voorwerpen van vroeger kan herinneringen terugbrengen.
  • Activiteiten gericht op ruiken en proeven : Ruiken en proeven hebben veel met elkaar te maken. Als je minder goed gaat ruiken, dan proef je ook minder goed. Geuren zijn voor herinneringen erg belangrijk. Bijvoorbeeld de geur van een verse kop koffie of een heerlijke cake die je hebt gebakken. 
  • Activiteiten gericht op de tastzin : Het voelen is het zintuig dat het langste goed blijft functioneren. Activiteiten waar je bij moet voelen, kunnen net als de andere activiteiten herinneringen oproepen. Heeft de cliënt vroeger gewerkt als timmerman? Laat dan wat gereedschap of hout voelen

Slide 31 - Diapositive

Welke activiteiten zijn gericht op het trainen van het geheugen?

Slide 32 - Carte mentale

Eindopdracht
  • Collage maken over sociaal gedrag.
     Tip gebruik -> https://www.collage.nl 
  • Het activiteitenprogramma 
     1. Kies een doelgroep en een thema.
     2. Maak een programma van 1 week met 2 activiteiten per dag. 
     3. De activiteiten hebben iets te maken met de thema die je hebt gekozen. 
     4. De activiteiten zijn gevarieerd en sluit aan de ontwikkeling van je doelgroep. 
  • Poster maken
     1. Heeft een programma voor een week.
     2. Laat duidelijk de activiteiten zien rondom het gekozen thema.
     3. Heeft illustraties. 
     4. Nodigt uit tot deelname of opgave. 
  • Bedenk een activiteit met duurzame materiaal.
  • Lees een boek voor aan de klas 




Slide 33 - Diapositive

huiswerk
lezen
11.1 Doelen van activiteiten
12.1 Stimuleren van ontwikkeling
13.1 Zintuigen en het geheugen
maken
13. Interesses, mogelijkheden, beperkingen en uitdagingen
14. Zelfstandig zijn
15. Activiteiten en zintuigen

Slide 34 - Diapositive