TaalCompleet A2 4.1

TaalCompleet A2 4.1
Mijn werkdag

Je kan vragen beantwoorden over je dagelijks leven.
Je kan beschrijven hoe een (werk)dag eruit ziet.
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

TaalCompleet A2 4.1
Mijn werkdag

Je kan vragen beantwoorden over je dagelijks leven.
Je kan beschrijven hoe een (werk)dag eruit ziet.

Slide 1 - Diapositive

Bespreek samen

Welke dingen doe je elke dag? Noem 3 dingen. 
Welke dingen doe je alleen in het weekend?

Slide 2 - Diapositive

Nieuwe woorden
Beschrijft (beschrijven)             beantwoord (beantwoorden)
de werkdag, de werkdagen      nergens
wakker                                                Wijs ... aan (aanwijzen)
sta ... op (opstaan)                        de vergadering
trek ... aan (aantrekken)              de baas
zoek ... uit (uitzoeken)                  lossen ... op (oplossen)
de klant, de klanten                       het beroep

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 2. 
Luister naar tekst 4.1 op de computer

Je hoort Iza. Ze beschrijft haar dag.

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J

Slide 5 - Question de remorquage

Opdracht 7. Schrijf het hele werkwoord op.
2. beantwoordt

Slide 6 - Question ouverte

Opdracht 7. Schrijf het hele werkwoord op.
3. beschrijf

Slide 7 - Question ouverte

Opdracht 7. Schrijf het hele werkwoord op.
4. Los ... op

Slide 8 - Question ouverte

Opdracht 7. Schrijf het hele werkwoord op.
5. zoek ... uit

Slide 9 - Question ouverte

Opdracht 7. Schrijf het hele werkwoord op.
6. trek ... aan

Slide 10 - Question ouverte

Opdracht 7. Schrijf het hele werkwoord op.
7. sta ... op

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht 10.
Maak een zin: aantrekken

Slide 12 - Carte mentale

Maak een zin: baas

Slide 13 - Carte mentale

Maak een zin: beschrijven

Slide 14 - Carte mentale

Maak een zin: nergens

Slide 15 - Carte mentale

Maak een zin: oplossen

Slide 16 - Carte mentale

Maak een zin: uitzoeken

Slide 17 - Carte mentale

Maak een zin: vergaderen

Slide 18 - Carte mentale

Maak een zin: werkdag

Slide 19 - Carte mentale

tijd beschrijven
om ... 
eerst
daarna
's middags
s avonds
dan
vervolgens

Slide 20 - Diapositive

Opdracht 13. Praat samen **
1. Hoe laat sta jij op?
2. Wanneer zoek jij je kleding uit?
3. Hoe laat ga je naar school?
4. Wat vind jij het leukst op school?
5. Wat vind je niet leuk op school?
6. Hoe lang duurt de pauze?
timer
4:00

Slide 21 - Diapositive

Opdracht 13. Praat samen **
7. Wat doe je in de pauze?
8. Wie past er op jouw kinderen?
9. Hoe laat kom je thuis?
10. Hoe laat maak je eten klaar?
11. Wat doe je om 21.00 uur?
12. Hoe laat ga je meestal naar bed?
timer
4:00

Slide 22 - Diapositive

Opdracht 15. Praat samen ** 
Cursist A. Vertel over je dag. Welke dingen doe jij elke dag?
Cursist B. Luister naar cursist A. Schrijf op wat cursist A elke dag doet. 

Schrijf dit op in je boek. Blz. 139.

Slide 23 - Diapositive

Speel het spel. 
Maak een groepje van 3 of 4.

Gebruik ook inversie: 
Om 20:00 ga ik ... 

Slide 24 - Diapositive

Lesidee 4.1b 

Slide 25 - Diapositive

Lesidee 4.1b 

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk: praktijkopdracht
Praat met iemand die goed Nederlands spreekt. 

Slide 27 - Diapositive

Dictee 1.
timer
2:00

Slide 28 - Question ouverte

Dictee 2.
timer
2:00

Slide 29 - Question ouverte

Dictee 3.
timer
2:00

Slide 30 - Question ouverte

Dictee 4.
timer
2:00

Slide 31 - Question ouverte

Dictee 5.
timer
2:00

Slide 32 - Question ouverte

Dictee 6.
timer
2:00

Slide 33 - Question ouverte

Dictee 7.
timer
2:00

Slide 34 - Question ouverte

Dictee 8.
timer
2:00

Slide 35 - Question ouverte